Slechts een kleine meerderheid van 51% stemde voor.
Vakbond FNV heeft aangekondigd dat het terug naar de onderhandelingstafel wil met de Nederlandse Spoorwegen (NS) na het constateren van onvoldoende draagvlak onder zijn leden voor de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Dit besluit kwam nadat een kleine meerderheid van 51% van de stemmende leden zich uitsprak voor het eerder bereikte onderhandelingsresultaat, wat wijst op een aanzienlijke verdeeldheid binnen de gelederen van de vakbond.
Henri Janssen, bestuurder van FNV Spoor, heeft benadrukt dat hoewel het onderhandelingsresultaat positieve aspecten bevatte, het ook meerdere “pijnpunten” omvatte die niet over het hoofd gezien kunnen worden. Onder deze pijnpunten bevindt zich de kwestie van de loonsverhoging, die volgens de leden onvoldoende is, vooral wanneer deze wordt vergeleken met de loonsverhogingen bij andere bedrijven, inclusief die in de openbaarvervoersector. Janssen benadrukte het belang van koopkrachtbehoud, vooral in een tijdperk van torenhoge inflatie, en concludeerde dat de voorgestelde loonsverhoging niet voldoet aan de noodzakelijke compensatie voor de achterstanden die NS-werknemers hebben opgelopen.
Een ander belangrijk twistpunt is de uiteenlopende behandeling van werknemers wat betreft de vrijstelling van nachtdiensten, waarbij sommige functies al vanaf 50 jaar vrijstelling krijgen en andere pas op een veel hogere leeftijd. Deze inconsistentie heeft tot aanzienlijke ontevredenheid geleid onder het personeel, die de verschillen als uitermate oneerlijk ervaren.
Het gebrek aan een breed draagvlak voor de nieuwe cao is een teken van de aanzienlijke onvrede onder de leden, waarbij velen van hen, zelfs degenen die voor het onderhandelingsresultaat stemden, uiteindelijk ontevreden zijn met het eindresultaat. Janssen stelt dat FNV Spoor streeft naar breed gedragen afspraken, maar dat deze in de huidige situatie ontbreken, wat wijst op de noodzaak voor een verbeterd voorstel van de NS.
Deze situatie onderstreept de uitdagingen waarmee werknemers in het Nederlandse openbaar vervoer worden geconfronteerd, vooral in het licht van de economische druk en de stijgende kosten van levensonderhoud. Het onderhandelingsproces tussen FNV en NS zal nauwlettend worden gevolgd door zowel werknemers als het bredere publiek, aangezien het resultaat significante implicaties zal hebben voor de arbeidsvoorwaarden en de kwaliteit van het openbaar vervoer in Nederland.
