KNV Zorgvervoer en Taxi heeft staatssecretaris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) officieel verzocht om een pilot voor de Centrale Database Taxivervoer (CDT) op te starten per 1 januari 2025.
In een brief heeft de brancheorganisatie aangedrongen op deze stap, om vervoerders extra tijd en ruimte te bieden voor de noodzakelijke overgang naar het nieuwe systeem. De Centrale Database Taxivervoer (CDT) is bedoeld om arbeids- en rusttijden van chauffeurs in de sector beter te kunnen monitoren en reguleren.
Deze database moet uiteindelijk leiden tot meer transparantie en toezicht in de taxibranche, waar de overheid al jaren extra controle op wil uitoefenen. Toch heeft de invoering van het systeem al diverse vertragingen opgelopen, met name door problemen in het wetgevingstraject en technische hindernissen bij de implementatie.
invoeringsdatum
KNV wil nu dat de staatssecretaris niet langer wacht tot de wettelijke invoeringsdatum van 1 juli 2025, maar eerder al een pilot mogelijk maakt. Dit moet vervoerders de kans geven om eerder te beginnen met het testen van de systemen en de overgang naar de CDT beter te kunnen voorbereiden. “Zo hoeven vervoerders niet te wachten tot 1 juli 2025, kunnen oplossingen beter getest worden en hebben vervoerders een langere aanlooptijd om over te gaan op de CDT,” aldus KNV in hun brief aan de staatssecretaris.
Een belangrijke eis van KNV in dit verzoek is een vrijstelling van de aanwezigheidsplicht van een boordcomputer taxi (BCT) tijdens de pilotperiode. Dit zou betekenen dat vervoerders tijdelijk geen verplichting hebben om de BCT in hun voertuigen operationeel te hebben, waardoor ze meer ruimte krijgen om de overstap naar de CDT flexibel in te richten. Volgens KNV is een te korte overgangsperiode namelijk niet alleen kostbaar, maar ook problematisch voor de operationele kant van veel taxibedrijven. “Onze sector kan dit er niet bij hebben,” schrijft de organisatie, wijzend op de reeds bestaande uitdagingen waar taxibedrijven mee te maken hebben.
soepeler overgang
De voorgestelde pilot zou moeten bijdragen aan een soepeler overgang naar de CDT en biedt daarnaast een mogelijkheid om grootschalig te testen. KNV benadrukt in de brief dat dit essentieel is om te waarborgen dat de ICT-systemen goed functioneren en de sector voldoende voorbereid is op de definitieve invoering van de database.
De brief van KNV komt kort nadat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een belangrijke stap heeft gezet in de ontwikkeling van de CDT. Vorige week werd de eerste ICT-dienstverlener succesvol aangesloten op de database, wat het startsein markeerde voor de Tweede Praktijktoets. Dit is een cruciale fase waarin systemen en processen in de praktijk worden getest om eventuele knelpunten op tijd te kunnen opsporen en oplossen.
De introductie van de huidige BCT in 2014/2015 heeft enorme problemen en kosten opgeleverd. Voorzichtige schattingen zijn dat het de overheid ruim €45 miljoen heeft gekost en de sector ruim €24 miljoen. Met name de hoge mate van beveiliging en de manier waarop gewerkt kon worden maakte het complex.
KNV Zorgvervoer en Taxi pleit voor een nieuwe boordcomputer taxi (BCT) die enkel de arbeids- en rusttijden van chauffeurs registreert, zonder extra functies, tenzij ondernemers deze zelf willen toevoegen. De data moet bijna real-time bij de ILT worden aangeleverd, met lagere kosten en minder administratieve lasten dan de huidige systemen. Chauffeursidentificatie moet fraudebestendiger worden, en handhaving op naleving van de regels moet prioriteit krijgen, zowel online als op straat. Het systeem moet flexibel zijn voor vervoerders en uitgebreid getest worden voordat het definitief wordt ingevoerd, met duidelijke communicatie van de overheid naar de sector.
Sociaal Fonds Mobiliteit
Met betrekking tot de Stichting Sociaal Fonds Mobiliteit (SFM) benadrukt KNV dat een nauwe samenwerking tussen de ILT en SFM van groot belang is. SFM speelt namelijk een cruciale rol bij het toezicht op de naleving van de cao’s in de taxibranche, waarbij zij ook de gegevens van de huidige boordcomputer taxi (BCT) gebruiken voor controles op arbeids- en rusttijden. Het is essentieel dat ILT de gegevens die via de nieuwe BCT worden verzameld, deelt met SFM, zodat beide organisaties effectief kunnen samenwerken om toezicht en handhaving te verbeteren. Dit zorgt voor een sluitend systeem en consistentie in de naleving van de regels.
Hoewel de technische voorbereidingen van de ILT voor deze praktijktoets al sinds 1 augustus 2023 afgerond waren, duurde het tot vorige week voordat de eerste set gegevens over arbeids- en rusttijden werd aangeleverd. Deze vertraging werd onder andere veroorzaakt doordat ICT-dienstverleners die al deelnamen aan de Eerste Praktijktoets niet automatisch werden doorgezet naar de tweede fase. Dit betekende dat ieder bedrijf opnieuw door het proces van aansluiting moest, wat leidde tot een langzamere opstart van de Tweede Praktijktoets.
certificering
Ook bij de ICT-dienstverleners zelf leven er zorgen over de eisen die aan hen worden gesteld in het kader van de CDT. Zo moeten deze bedrijven voldoen aan strenge informatiebeveiligingsnormen, waaronder ISO 27001-certificering. Deze certificering is verplicht vanwege de gevoelige aard van de gegevens die in de database worden opgeslagen, maar zorgt vooral bij kleinere softwarebedrijven voor aanzienlijke druk. Hoewel deze eis inmiddels is versoepeld voor de bedrijven die deelnemen aan de Tweede Praktijktoets, blijft het onzeker hoe de uiteindelijke toelatingscriteria voor definitieve aansluiting op de CDT eruit zullen zien.
Met de geplande invoering van de CDT per 1 juli 2025 in zicht, blijft er voor de betrokken partijen nog veel onzekerheid bestaan over de technische en juridische aspecten van het systeem. KNV hoopt met hun voorstel voor een pilot de staatssecretaris te overtuigen van het belang van een gefaseerde en goed voorbereide invoering. Of dit verzoek gehoor zal vinden en niet veel te laat komt bij de overheid, is nog niet duidelijk.