De Tweede Kamer wil dat ondernemers voorlopig worden uitgezonderd van de invoering van zero-emissiezones in binnensteden.
Een voorstel van de VVD, dat pleit voor een landelijke uitzondering tot 2029, kan rekenen op brede steun van verschillende partijen zoals de PVV, BBB, SGP, Forum voor Democratie, Denk en JA21. Dit voorstel zou een uitstel betekenen van de invoering van emissievrije zones, waar alleen elektrische bedrijfswagens zonder uitstoot worden toegelaten, een maatregel die per 1 januari 2025 in veertien Nederlandse steden in werking zou treden.
Voor veel ondernemers, met name kleine zelfstandigen en marktkooplieden, is de overstap naar elektrische voertuigen een kostbare investering. Zij betogen dat ze maar sporadisch in de binnenstad werken, en de aanschaf van een duur elektrisch busje niet opweegt tegen het aantal dagen dat ze er daadwerkelijk gebruik van zouden maken. Hoewel er ontheffingen kunnen worden aangevraagd, bijvoorbeeld vanwege financiële redenen, pleit de Kamer nu voor een uniforme aanpak, waarbij ondernemers nog vier jaar worden uitgezonderd van de strenge regels.
uitstel
In het hoofdlijnenakkoord van de coalitiepartijen was al opgenomen dat er gekeken zou worden naar de mogelijkheden voor uitstel van deze milieumaatregelen. Staatssecretaris Chris Jansen (PVV), die verantwoordelijk is voor dit dossier, gaf echter eerder deze maand aan dat de gemeenten het recht hebben om de emissievrije zones vanaf 1 januari 2025 in te voeren. “Voor ingrijpen vanuit Den Haag is het te laat,” aldus Jansen. Hij erkende dat de bevoegdheid voor deze beslissingen bij de lokale overheden ligt, maar tegelijkertijd lijkt hij de deur op een kier te zetten voor verdere discussie.
Vorige week leidde een Kamerdebat over dit onderwerp tot onduidelijkheid. VVD, BBB en zelfs Jansens eigen PVV herinnerden het kabinet aan de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord, waarin een mogelijkheid voor uitstel werd genoemd. Jansen herhaalde dat gemeenten juridisch gezien het recht hebben om de maatregelen door te voeren, maar hij gaf ook aan dat het kabinet kan proberen “bij te sturen”, vooral met oog op kleine ondernemers en marktkooplieden. Dit leidde tot verwarring, omdat het leek alsof er toch ruimte was voor een vertraging van de invoering.
Vorige week gaf staatssecretaris Jansen al aan dat het terugdraaien van de invoering van de uitstootvrije zones voor bestelwagens in binnensteden niet volledig uitgesloten is.
Ondertussen eist een meerderheid in de Kamer nu dat Jansen voor 1 november met een concreet plan komt waarbij álle ondernemers in aanmerking kunnen komen voor uitstel. Dit betekent dat niet alleen de kleine bedrijven, maar ook grotere ondernemingen de tijd krijgen om zich aan te passen aan de emissievrije regelgeving. De vraag is of de staatssecretaris hier gehoor aan zal geven, gezien zijn eerdere opmerkingen dat de gemeenten de bevoegdheid hebben om de regels zelf te bepalen.
Aan de andere kant van het politieke spectrum is er weerstand tegen het uitstel van de emissievrije zones. Linkse oppositiepartijen wijzen erop dat er al tien jaar wordt gesproken over de invoering van deze maatregelen, en dat ondernemers voldoende tijd hebben gehad om zich voor te bereiden. Zij benadrukken dat het klimaatprobleem niet langer kan worden uitgesteld en dat het noodzakelijk is om door te pakken met de verduurzaming van het bedrijfsleven.
brancheorganisaties
Ook diverse brancheorganisaties, zoals de Bovag, de RAI Vereniging en Transport en Logistiek Nederland, hebben zich uitgesproken tegen verder uitstel. Deze organisaties roepen de overheid op om juist door te gaan met de invoering van de emissievrije zones. Volgens hen is het belangrijk dat er duidelijkheid komt, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn. In een verklaring riepen ze de politiek op om “gemeenten te ondersteunen bij de invoer en geen twijfel meer te zaaien rondom de invoering”.
Sinds 2014 werken bedrijven, overheden en kennisinstellingen intensief samen aan de verduurzaming van stadslogistiek via de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek (ZES). Deze samenwerking legt de basis voor de invoering van zero-emissiezones in Nederlandse binnensteden. Het doel van deze zones is om de luchtkwaliteit aanzienlijk te verbeteren en de CO2-uitstoot te verminderen, door vervuilende voertuigen uit de stadskernen te weren. In de afgelopen vijf jaar is de voorbereiding voor de invoering van deze zones in volle gang geweest. Gemeenten hebben hierbij nauw samengewerkt met verschillende belanghebbenden, zoals de logistieke sector, ondernemers, de autobranche, de milieuorganisatie Natuur & Milieu en het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. Samen hebben ze het beleid voor de invoering van zero-emissiezones vormgegeven.
De zero-emissiezones, die per 1 januari 2025 in veertien steden zullen worden ingevoerd, zijn onderdeel van een zorgvuldig uitgedacht en gebalanceerd beleid. Dit beleid is niet alleen bedoeld om vervuilende voertuigen te weren, maar ook om ondernemers voldoende tijd en ruimte te geven om zich aan te passen aan de nieuwe regels. Daarbij zijn vrijstellingen en overgangsregelingen opgenomen, zodat niet alle voertuigen direct vanaf 2025 verboden worden.
landelijke afstemming
Een van de belangrijkste aspecten van het beleid is de landelijke afstemming van de toegangsregels voor de zero-emissiezones. Dit betekent dat dezelfde regels gelden in alle gemeenten die een emissievrije zone invoeren. Zo is er een overgangsregeling van kracht waarbij de meest vervuilende dieselbusjes en vrachtwagens vanaf 2025 worden geweerd. Schoonste dieselvoertuigen, zoals Euro 6-bestelbussen, mogen echter nog enkele jaren blijven rijden in de emissievrije zones. Deze overgangsperiode geeft ondernemers de kans om gefaseerd hun voertuigenpark te verduurzamen.
Er zijn vrijstellingen voor specifieke voertuigcategorieën, zoals kermiswagens of voertuigen met speciale uitrusting zoals laadkranen. Ondernemers die minder dan twaalf keer per jaar in een zero-emissiezone moeten zijn, kunnen een ontheffing aanvragen.
Ook is er een ontheffingsmogelijkheid voor ondernemers die door financiële redenen nog niet in staat zijn om over te stappen op elektrische voertuigen. Op deze manier is geprobeerd om een geleidelijke overgang naar volledig emissievrije stadslogistiek te waarborgen, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de ondernemers. Het onderzoeksbureau Berenschot heeft in juni van dit jaar een onafhankelijke toets uitgevoerd, waaruit bleek dat het beleid goed gebalanceerd en redelijk is.
De uiteindelijke beslissing om de zero-emissiezones in te voeren ligt bij de gemeenten zelf. Veertien gemeenten hebben inmiddels besloten om de zones per 1 januari 2025 in te voeren. Dit besluit is genomen na jarenlange voorbereiding, in nauwe samenwerking met zowel de logistieke sector als milieuorganisaties. Twee maanden voor de geplande invoering het beleid nog willen wijzigen, zoals sommige partijen in de Tweede Kamer nu voorstellen, zou volgens critici een teken zijn van slecht bestuur. Het zou niet alleen nadelig zijn voor de bewoners en bezoekers van binnensteden, die nu nog dagelijks te maken hebben met slechte luchtkwaliteit, maar ook voor de betrokken gemeenten en ondernemers die al grote investeringen hebben gedaan om zich voor te bereiden op de nieuwe regelgeving.
snelle invoering
De afgelopen jaren hebben veel ondernemers, in anticipatie op de nieuwe regels, al stappen gezet om hun wagenpark te verduurzamen. Zo zijn er inmiddels ruim 32.000 elektrische bestelbussen en 1000 elektrische vrachtwagens aangeschaft. Ook zijn er veel dieselvoertuigen van de vervuilende Euro 4- en Euro 5-categorieën vervangen door Euro 6-voertuigen, die nog tot 2028 toegang zullen krijgen tot de zero-emissiezones. Ondernemers die deze investeringen al hebben gedaan, zouden benadeeld worden als de invoering van de emissievrije zones alsnog wordt uitgesteld.
Hoewel de roep om uitstel van de zero-emissiezones steeds luider klinkt vanuit bepaalde ondernemersgroepen en politieke partijen, benadrukken zowel gemeenten als milieuorganisaties het belang van een snelle invoering. De discussie blijft dus voortduren, maar met de deadline van 1 januari 2025 in zicht, lijken de vooruitzichten voor een verdere vertraging klein.
De komende weken zullen cruciaal zijn voor de toekomst van de zero-emissiezones in Nederland. Met de druk vanuit de Kamer om een uitstel te realiseren en de tegenstand van linkse partijen en brancheorganisaties, lijkt staatssecretaris Jansen voor een lastige keuze te staan. Ondernemers hopen op meer tijd, maar de klok tikt richting de invoering van de zones op 1 januari 2025. Wat de uitkomst ook zal zijn, één ding is zeker: de discussie over hoe Nederland zijn binnensteden schoner kan maken, is nog lang niet voorbij.