Het openbaar vervoer in Engelse steden laat een opmerkelijk herstel zien.
Uit een rapport van de Urban Transport Group, gepubliceerd op 11 maart 2025, blijkt dat het aantal passagiers op bussen, treinen en lightrail-systemen bijna terug is op het niveau van voor de coronapandemie. De organisatie pleit voor verdere devolutie, vooral in de spoorsector, om deze groei vast te houden en het netwerk toekomstbestendig te maken.
De impact van de pandemie op het openbaar vervoer was enorm. Tijdens de lockdowns kelderden de passagiersaantallen, en veel mensen bleven nadien nog lange tijd thuiswerken of gebruikten vaker de auto. Toch wijst het rapport op een gestage stijging van het aantal reizigers, wat suggereert dat het vertrouwen in het openbaar vervoer terugkeert. Vooral verbeterde dienstregelingen, een hernieuwde kantoorcultuur en een toenemend milieubewustzijn lijken een rol te spelen in deze groei.
oproep tot devolutie
Het rapport wijst op een belangrijke kwestie: zonder structurele veranderingen blijft het herstel kwetsbaar. De huidige organisatie van de spoorwegen in Engeland wordt vaak bekritiseerd vanwege versnipperde verantwoordelijkheid. Sinds de privatisering in de jaren negentig zijn er verschillende treinmaatschappijen actief, elk met hun eigen dienstregelingen en prijzen. Dit leidt tot inconsistentie tussen regio’s en maakt het moeilijk om snel in te spelen op lokale behoeften.
De Urban Transport Group pleit daarom voor devolutie: het overdragen van de verantwoordelijkheid over het openbaar vervoer van de centrale overheid naar lokale autoriteiten. Dit zou steden zoals Manchester, Birmingham en Leeds meer controle geven over hun spoorwegen, waardoor zij hun dienstregelingen beter kunnen afstemmen op lokale reizigers. Ook zou het hen in staat stellen om gerichter te investeren in infrastructuur, zoals de modernisering van stations of het vervangen van verouderde treinen.

Met name stedelijke gebieden zoals Londen, Manchester en Birmingham zien hun vervoerssystemen herstellen. In Londen werkt Transport for London (TfL) al jaren met een geïntegreerd model, waarin verschillende vervoersvormen soepel op elkaar aansluiten. De Urban Transport Group stelt dat een vergelijkbare aanpak in andere steden gunstig zou kunnen zijn voor zowel de service als de efficiëntie van het openbaar vervoer.
Andy Burnham, de burgemeester van Manchester, is een uitgesproken voorstander van deze aanpak. “Als we het openbaar vervoer serieus willen verbeteren, moeten we af van de centrale controle en ervoor zorgen dat steden zelf kunnen beslissen over hun vervoersnetwerken,” stelde hij eerder in een interview.
Lokale controle over het spoor kan verschillende voordelen bieden, zoals beter afgestemde dienstregelingen die aansluiten op de specifieke behoeften van forenzen en lokale reizigers, in plaats van een generiek nationaal schema te volgen. Daarnaast zou de integratie met andere vervoersmiddelen verbeteren, waardoor een soepele overstap tussen trein, bus en tram mogelijk wordt, vergelijkbaar met het systeem in Londen waar de Oyster Card toegang biedt tot alle vervoersopties.
Ook kunnen lokale overheden flexibelere prijsstrategieën hanteren, bijvoorbeeld door goedkopere tickets tijdens daluren of kortingen voor studenten en ouderen aan te bieden. Bovendien krijgen steden meer vrijheid om gericht te investeren in hun infrastructuur, zoals het moderniseren van stations of het inzetten van duurzamere treinen, zonder afhankelijk te zijn van nationale prioriteiten. Een concreet voorbeeld hiervan is het Bee Network in Manchester, waar bussen al onder publieke controle zijn gebracht en dit systeem uiteindelijk ook moet worden uitgebreid naar treinen, zodat reizigers met één kaartje toegang krijgen tot een volledig geïntegreerd netwerk.
uitdagingen bij de invoering
Hoewel devolutie veel voordelen kan bieden, zijn er ook enkele obstakels. Financiering is een grote uitdaging, aangezien lokale overheden doorgaans minder budget hebben dan de centrale overheid. Zonder extra financiële steun vanuit Westminster zou het lastig worden om grote investeringen te doen.
Daarnaast is er de kwestie van coördinatie. Als elke regio zijn eigen systeem hanteert, bestaat het risico dat er een gebrek aan samenhang ontstaat, bijvoorbeeld door verschillende tarieven of slecht afgestemde aansluitingen. Ook vraagt het beheren van een spoorwegnetwerk om expertise die niet overal aanwezig is.
Toch lijkt de urgentie hoog. Als het openbaar vervoer nu niet wordt verbeterd, bestaat het risico dat reizigers opnieuw afhaken en vaker voor de auto kiezen, wat leidt tot meer files en hogere CO₂-uitstoot. Volgens het rapport is dit het moment om actie te ondernemen en het momentum van het herstel te benutten.