Pitane Image

Lokale en nationale overheden, samen met de private sector, staan voor de uitdaging om de snelle veranderingen in elektrische mobiliteit bij te benen.

Tijdens de Nationale Conferentie Duurzame Mobiliteit in Utrecht, tekenden diverse stakeholders een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst die de toon zet voor de toekomst van elektrisch vervoer in Nederland. Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen, gedeputeerden, wethouders en netbeheerders gaven hun fiat aan een verlenging van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) tot 2030. Het pact komt op een kritiek moment, aangezien Nederland zich ambitieus richt op een emissievrije mobiliteitssector in 2050.

De uitgebreide overeenkomst onder de paraplu van de NAL is bedoeld om een landelijk dekkend netwerk van laadstations voor alle soorten elektrische vervoermiddelen te realiseren. En dat is geen sinecure. Naast elektrische personenauto’s zijn er bestelbussen, vrachtwagens, bussen, bouwmachines en zelfs binnenvaartschepen die de overstap naar elektrisch moeten maken. Zoals Vivianne Heijnen aangaf: “De komende jaren komen er meer en meer elektrische vrachtwagens bij; in 2030 rijdt tien procent elektrisch. Voldoende laadinfrastructuur is daarom essentieel. Bovendien wordt de Europese regelgeving op dit gebied in 2024 van kracht.”

Met de vernieuwde overeenkomst hebben alle betrokken partijen de intentie om het laden van een elektrisch voertuig net zo toegankelijk te maken als het opladen van een smartphone. Uit voorlopige cijfers blijkt dat Nederland op schema ligt. Volgens Gerben Jan Gerbrandy, voorzitter van de NAL, zullen er per 1 september 2023 bijna 590.000 laadpunten zijn, waaronder 442.000 thuislaadpunten en 4.500 semi-publieke snellaadpunten.

De aanpak is opgedeeld in zes NAL-samenwerkingsregio’s, waar provincies, gemeenten en netbeheerders hun krachten bundelen. Dit omvat gedetailleerde plannen voor het plaatsen van laadpunten en het bepalen van de benodigde elektriciteitscapaciteit. Eva Oosters, wethouder van Utrecht en bestuurlijk vertegenwoordiger van NAL G4, benadrukte dat schone lucht en emissievrije mobiliteit hand in hand gaan. “Als Utrecht en G4 zijn wij blij met deze samenwerking tot 2030. Hiermee kunnen we onze ambitie voor een emissievrije stadslogistiek waarmaken.”

Lees ook  Emissievrij: De Lijn bestelt 32 nieuwe Iveco elektrische bussen
(Tekst loopt door onder de foto)

Zoals Gerben Jan Gerbrandy opmerkte: “Politiek-bestuurlijke samenwerking met alle betrokkenen is cruciaal om de noodzakelijke vervolgstappen te kunnen zetten.”

Deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst maakt duidelijk dat Nederland niet alleen de transitie naar elektrische mobiliteit serieus neemt, maar ook bereid is om samen te werken aan een robuuste infrastructuur die dit mogelijk maakt. Het is een belangrijke stap in de richting van een duurzamere toekomst, maar de werkelijke toetssteen zal zijn hoe snel en efficiënt deze plannen worden omgezet in tastbare resultaten.

Busvervoer Nederland

Ook werden  handtekeningen gezet onder het afsprakenkader voor Emissievrij Touringcarvervoer. Bertho Eckhardt, voorzitter van Busvervoer Nederland, vergezelde staatssecretaris Vivianne Heijnen en wethouders van Utrecht, Den Haag, Amsterdam en Eindhoven, alsook RAI-directeur Olaf de Bruijn, om deze historische overeenkomst te bekrachtigen.

Het doel is ambitieus maar glashelder: de complete touringcarsector moet tegen 2030 emissievrij zijn. Dit is met name relevant voor steden die al een zero-emissiezone hebben of plannen om deze in te stellen. De weg naar deze groene transformatie wordt geplaveid met een reeks maatregelen, waaronder een subsidieprogramma dat in het voorjaar van 2024 van start gaat en een evaluatie in 2025 om de haalbaarheid van de doelstellingen te toetsen.

(Tekst loopt door onder de foto)
Foto: © Pitane Blue - Voorzitter Koninklijk Nederlands Vervoer Bertho Eckhardt

Eckhardt benadrukte echter dat de sector op dit moment nog tegen flinke obstakels aanloopt. Bedrijven in de touringcarsector hebben tijdens de coronacrisis een grote klap gekregen en moesten hun financiële reserves aanspreken. In deze context zijn investeringen in nieuwe, schone technologieën geen vanzelfsprekende zaak. “De subsidieregeling die onderdeel is van het afsprakenkader is daarom cruciaal”, aldus Eckhardt.

Lees ook  Parijs gaat in lockdown voor autoverkeer: nieuwe zone wekt woede bij inwoners

De uitdagingen waar de touringcarsector voor staat, zijn zeker niet minimaal, en dit afsprakenkader onderkent dat. Het biedt niet alleen financiële stimulansen, maar ook een structuur voor voortdurende evaluatie. Zo kan tijdig worden ingegrepen als de doelstellingen voor 2030 onrealistisch blijken te zijn. Wat deze overeenkomst echter vooral symboliseert, is de erkenning van alle betrokken partijen dat de tijd voor halfslachtige maatregelen voorbij is. De klok tikt, en als de sector de klimaatdoelen wil halen, moet iedereen aan boord zijn. En die boodschap heeft nu een officieel stempel.


over de NAL

De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) is een meerjarige beleidsagenda die is ontstaan vanuit het Klimaatakkoord in 2019. In de NAL-regio’s werken provincies, gemeenten en netbeheerders samen aan het realiseren van een landelijk dekkend, betrouwbaar en toekomstbestendig laadnetwerk. Er zijn in totaal zes NAL-samenwerkingsregio’s: Noord Nederland (provincies Groningen, Fryslân en Drenthe), Oost Nederland (provincies Gelderland en Overijssel), Zuid Nederland (provincies Limburg, Noord-Brabant), Zuidwest Nederland (provincies Zuid-Holland en Zeeland), Noordwest Nederland (MRA-Elektrisch – Flevoland, Noord-Holland en Utrecht) en de G4 (de samenwerking van de vier grote steden). Samenwerkende netbeheerders zijn: Stedin, Alliander, Enexis, Juva, Coteq, Rendo.

Gerelateerde artikelen:
Agendapakket