Tweede Kamerleden hebben verontwaardigd gereageerd op het belastingvoordeel dat techbedrijf Uber heeft verkregen door zijn intellectueel eigendom van Bermuda naar Nederland te verhuizen. Kamerlid Eppo Bruins van regeringspartij ChristenUnie heeft volgens bronnen bij het FD vragen gesteld aan staatssecretaris Menno Snel van Financiën over de aftrekpost van €5,5 miljard voor de Nederlandse winstbelasting.

Uber heeft zijn intellectueel eigendom, zoals zijn merkrecht, in maart naar Nederland gehaald omdat de Europese Unie het steeds lastiger maakt voor bedrijven om zaken te doen vanuit fiscale vrijhavens zoals Bermuda. Ook Nederland neemt maatregelen tegen belastingontwijking. Zo voert het kabinet vanaf 2020 een bronbelasting in op rente en royalty’s die worden betaald naar landen die geen of een zeer lage winstbelasting kennen.

Uber maakt verlies, geen sprake van voordelen.

Uber is tot nu toe verlieslatend. Het kan zijn Nederlandse belastingaftrek pas verzilveren zodra het winst maakt. Dat hoeft niet in Nederland te zijn, maar in landen buiten de Verenigde Staten waarin de bemiddelingsdienst voor taxi’s actief is. Activiteiten buiten de VS vallen namelijk onder Uber International BV in Amsterdam.

Bruins wil onder meer weten of de Belastingdienst het Amerikaanse vervoersbedrijf vooraf zekerheid heeft gegeven over de hoogte van de aftrekpost, in een zogeheten ruling. Desgevraagd wil de dienst bevestigen noch ontkennen dat zo’n afspraak is gemaakt, omdat de fiscus niets mag zeggen over individuele belastingplichtigen. Het is echter zo goed als zeker dat Uber heeft overlegd met de Belastingdienst, want anders zou het bedrijf het toekomstige belastingvoordeel van €5,5 mrd niet in zijn boeken mogen opnemen.

Lees ook  Taxichauffeurs eisen hervormingen: "aan de rand van faillissement door Uber"

Lees ook: Als je wilt innoveren zul je wel risico moeten durven nemen