Geschat wordt dat Nederland in 2020 ongeveer 27.500 deelfietsen telde. Het merendeel, bijna 75%, bestaat uit de ov-fiets van NS. In Nederland zijn inmiddels verschillende aanbieders van deelfietsen op de markt, variërend van kleinschalige lokale aanbieders (bijvoorbeeld Cykl in Wageningen) tot grootschalige aanbieders (bijvoorbeeld Donkey Republic, wereldwijd) die met name in verschillende grote steden fietsen aanbieden. Verschillende ov-bedrijven zijn eveneens op de markt actief, zoals HTM fiets, KeoBike (Syntus/Keolis Group) en NextBike (ARRIVA).

De deelfiets vervangt vooral het plaatselijk openbaar vervoer (bus, tram, metro – BTM), lopen of het gebruik van de eigen fiets. Het gebruik van de deelfiets heeft geen bewezen effect op het fietsbezit. Gebruikers van de deelfiets (exclusief ov-fiets) bezitten over het algemeen niet vaak een auto. Dat heeft voornamelijk te maken met te samenstelling van de groep gebruikers: jonge mensen die in meer stedelijke gebieden wonen. 

De ov-fiets is voornamelijk een substituut voor de loopverplaatsing. 50% van de ov-fietsgebruikers reist dankzij de ov-fiets vaker met de trein. Of de deelfiets effecten heeft op de bereikbaarheid en de duurzaamheid is voor de Nederlandse situatie niet bekend. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Deelauto- en deelfietsmobiliteit in Nederland: ontwikkelingen, effecten en potentie’  van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). 

de deelfiets vervangt vooral het plaatselijk openbaar vervoer

De deelfietssystemen zijn op ongeveer dezelfde manier te classificeren als de deelautosystemen, echter met één groot verschil. Delen van een privéfiets (C2C-systemen) bestaat ook, maar in zeer beperkte mate via de sites Peerby (Peerby: spullen lenen en huren van de buren) en Spinlister. In feite zijn er 3 typen te onderscheiden: Station-based, niet-station-based, oftewel free-foating, en de in opkomst zijnde hybride systemen. De laatste zijn een combinatie van station-based en niet-station-based.

Lees ook  Geld terug voor Duitse pendelaars: lagere reiskosten dankzij mobiliteitspremie

Station-based Roundtrip 

De fietsen staan op een vaste plek en dienen na gebruik ook weer naar die plek teruggebracht te worden. De ov-fiets van NS is een vorm van roudtrip station-based. In Zwolle is op kleinere schaal ‘de Zwolse Deelfiets’ beschikbaar. Omdat de fietsen op dezelfde locatie (meestal een fietsenstalling) worden ingeleverd, is het systeem goed beheersbaar, maar wel minder flexibel voor gebruikers.

One-way – station-based

De fietsen staan op een vaste plek en kunnen binnen een bepaald gebied teruggebracht worden naar een andere vaste plek. Voorbeelden zijn KeoBike van Syntus-Keolis Group en HTM fiets. De station-based systemen zijn voornamelijk geschikt als aanvulling op het ov-netwerk en als (laatste) onderdeel van een ketenverplaatsing. Zij worden voornamelijk geëxploiteerd door ov-bedrijven.

Niet-station-based Free-floating

De gebruiker haalt de fiets op en laat deze achter op een groot aantal (aangewezen) locaties. Free-foating is gebaseerd op een fijnmazig netwerk van fietsen verspreid over een stad en heeft geen specifieke parkeerinfrastructuur nodig. Sommige aanbieders passen een digitale parkeerinfrastructuur toe (geofence-technologie) waarbij ze in een applicatie in samenspraak met lokale overheden parkeerzones aangeven. Gebruikers die buiten deze gebieden parkeren, kunnen het (digitale) slot niet sluiten waardoor de huur van de fiets doorloopt. Voorbeelden van aanbieders zijn Donkey Republick en GoAbout.

Hybride

Dit is een combinatie van station-based en free-foating deelfietssytemen. De fiets kan bijvoorbeeld van een vaste plek van een dockingstation opgehaald worden, en kan op een groot aantal locaties teruggebracht worden zonder dat er een dockingstation aanwezig is. In Dordrecht biedt Nextbike een hybride deelfietssysteem aan.

Lees ook  Fred Teeven neemt de leiding bij KNV: 'personenvervoer is mensenwerk'

Lees ook: Deelfietsen Donkey Republic beschikbaar via Moves-app