Pitane Image

Arriva heeft opnieuw hard uitgehaald naar ProRail en dient voor de tweede keer een klacht in bij toezichthouder ACM.

De reden? Wéér kreeg de vervoerder nauwelijks ruimte op het spoor om extra spitstreinen te rijden tussen Groningen en Zwolle. En wéér noemt Arriva de toewijzing ondoorzichtig en oneerlijk. De ACM geeft nu voor een deel gehoor aan die kritiek: ProRail had simpelweg beter moeten uitleggen waarom negen van de elf aangevraagde treinritten zijn afgewezen.

Het geschil draait om een fundamentele spanning in het Nederlandse spoor: de NS heeft op basis van haar concessie voorrang bij de verdeling van capaciteit. Bedrijven als Arriva, die zogeheten open‑toegangsdiensten rijden, staan achteraan in de rij. ProRail hanteert bovendien een strenge norm: zolang er geen officiële grens bestaat voor het aantal toegestane treinen per uur, mag de hoeveelheid ritten niet toenemen ten opzichte van voorgaande jaren. Die voorzichtigheid moet voorkomen dat het spoor te zwaar wordt belast en dat de veiligheid op overwegen of in de energievoorziening in gevaar komt.

meer treinen

Maar Arriva pikt dat niet langer. De vervoerder wijst erop dat in 2023 al veel meer treinen reden op het traject Groningen–Zwolle, zónder dat er zich ongelukken of storingen voordeden. Volgens Arriva toont dat aan dat het spoor die drukte prima aankan. Bovendien zijn de treinen van NS, die wél werden toegelaten, zwaarder dan de voertuigen van Arriva. “We laten het er niet bij zitten”, zei een woordvoerder eerder al.

Toch blijft de ACM grotendeels aan de kant van ProRail staan. De toezichthouder oordeelt dat het gebruik van het ‘bewezen aantal treinen’ uit eerdere jaren voorlopig een logische keuze is, omdat er simpelweg geen beter alternatief beschikbaar is. Een norm op basis van berekeningen ontbreekt nog: de data daarvoor zijn er niet, en het onderzoek ernaar is duur en tijdrovend.

(Tekst loopt door onder de foto)
station Den Bosch

Maar op één punt moet ProRail wél door het stof. De toezichthouder vindt dat ProRail onvoldoende heeft toegelicht waarom juist het traject Groningen–Meppel zo zwaar is belast dat slechts twee ritten per dag konden worden toegewezen. In de toekomst moet de spoorbeheerder verplicht uitleg geven bij zulke besluiten, en die meteen opnemen in het coördinatiedossier.

niet ongegrond

De klacht van Arriva is dus niet volledig ongegrond, maar leidt voorlopig niet tot extra rijmogelijkheden. Dat steekt bij de vervoerder, die naar verwachting alsnog naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven stapt om verdere juridische stappen te zetten.

Deze zaak legt pijnlijk bloot hoe star het Nederlandse spoorstelsel nog steeds functioneert. Nieuwe spelers als Arriva worden netjes gedoogd, zolang ze maar niet in de weg rijden van de gevestigde orde. En dat terwijl de roep om meer treinen in de spits — en dus meer concurrentie — almaar luider klinkt. Zolang ProRail blijft vasthouden aan onzichtbare normen en een gesloten uitleg, is het de reiziger die blijft wachten op het perron.

Gerelateerde artikelen:
Blablabla