Van OV-fiets tot Europa-brede standaarden, dit is de visie van Openwheels.
Het mobiliteitslandschap verandert razendsnel. Met de opkomst van Mobility as a Service (MaaS) groeit de behoefte aan samenwerking tussen vervoerders en MaaS-aanbieders. Toch blijken juridische en technische obstakels vaak een remmende factor. Precies daar speelt OpenWheels 2.0 op in. Het initiatief, onder aanvoering van Dirk-Jan de Haan van de Projective Group, wil contracten standaardiseren en digitaliseren, waardoor samenwerking eenvoudiger en efficiënter wordt.
De Haan is al veertien jaar actief in de mobiliteitswereld en kent de uitdagingen van binnenuit. Hij begon zijn loopbaan bij de NS, waar hij verantwoordelijk was voor de integratie van treinreizen met de OV-fiets. “Dat was lang voordat MaaS breed omarmd werd, maar eigenlijk was het hetzelfde idee: verschillende vormen van vervoer in één reis combineren,” vertelt hij. De resultaten waren indrukwekkend. “We zagen een grafiek die eruitzag als een hockeystick. Het gebruik van de OV-fiets schoot omhoog zodra de koppeling met de trein eenvoudiger werd. Beter bewijs dat MaaS kan werken is nauwelijks te vinden.”
standaardisatie
Met die ervaring op zak zette De Haan zich later bij de Projective Group in voor oplossingen in een gefragmenteerde markt. Waar vervoersdiensten niet langer onder één paraplu vallen, zoals bij de NS, is standaardisatie cruciaal. OpenWheels wil daarin voorzien door middel van modelcontracten die de samenwerking tussen vervoerders en MaaS-providers vastleggen.
“Het kernidee van OpenWheels is het wegnemen van juridische en operationele barrières,” legt De Haan uit. “Dankzij standaardisatie kunnen ook kleinere spelers aan tafel meedoen, zonder dat de grootste partij altijd de dienst uitmaakt.” Daarmee wordt volgens hem een gelijk speelveld gecreëerd dat de hele sector vooruithelpt.
De eerste versie van OpenWheels focuste op een uniform contractmodel. Inmiddels is het tijd voor de volgende stap: OpenWheels 2.0. Deze richt zich op digitale contractering en technische integratie. “Een digitaal contract moet dezelfde kracht hebben als een fysiek ondertekend document, maar dan zonder elkaar daadwerkelijk te ontmoeten,” aldus De Haan. “Het lijkt misschien minder spannend, maar zodra je ermee werkt, vraag je je af waarom het ooit anders ging.”
machtspositie
Toch zijn er uitdagingen. Bedrijven die zich niet in de MaaS-keten willen positioneren, hebben weinig baat bij de nieuwe aanpak. Bovendien blijft er altijd een risico dat grote spelers hun machtspositie benutten. Volgens De Haan kan regelgeving dit risico verkleinen. “In de betaalwereld bestaan al regels om het speelveld gelijk te trekken. Het zou logisch zijn als er ook voor mobiliteit Europese afspraken komen.”
De Nederlandse overheid toont belangstelling en leverde via het Ministerie van Infrastructuur een financiële bijdrage om de strategische architectuur van OpenWheels 2.0 uit te werken. Daarbij wordt onder meer gekeken naar bouwstenen zoals de EUID, de European Unified ID. Voor verdere ontwikkeling blijft de werkgroep echter afhankelijk van steun van bedrijven en overheid.
TOMP
De samenwerking met de TOMP-werkgroep speelt hierin eveneens een belangrijke rol. Waar TOMP zich richt op standaardisatie van technische API’s, legt OpenWheels de nadruk op juridische en operationele processen. “Samen vormen ze de perfecte tweeling,” zegt De Haan. Beiden streven naar hetzelfde doel: een efficiënte, multimodale mobiliteitsmarkt.
Volgens De Haan is standaardisatie onmisbaar. “Zonder standaardisatie stijgen de kosten enorm. Het gaat niet alleen om het vinden van een match tussen aanbieder en afnemer, maar ook om het afsluiten en onderhouden van overeenkomsten. Die zijn nooit statisch. Een eenvoudig, gestandaardiseerd raamwerk is noodzakelijk.”
Kijkend naar de toekomst is hij optimistisch. “Over tien jaar is het de normaalste zaak van de wereld. Net zoals sms’jes ooit een vanzelfsprekend communicatiemiddel werden. Voor operators die nog twijfelen, zijn er twee sterke argumenten: lagere kosten en een exponentiële groei van je marktbereik.”
budget
Die groei is volgens hem gestoeld op vertrouwen. Hij vergelijkt het met een hotel boeken via een vertrouwd platform: reizigers gebruiken liever een bekende app, ook in het buitenland. “De MaaS-provider brengt de klantkennis en het vertrouwen, de vervoerder levert de middelen en vergunningen. Samen ontstaat er een ecosysteem waarin samenwerking de norm wordt.”
Toch plaatst De Haan een kanttekening. “Helaas is er geen structureel budget voor de werkgroep. Veel tijd die ik investeer, wordt niet betaald. Met meer steun en middelen zouden we sneller en verder kunnen komen.” Zijn wens is duidelijk: OpenWheels verder ontwikkelen, zodat multimodaal reizen in Europa niet alleen gemakkelijker maar ook eerlijker wordt. “Het draait om samenwerking. Wie denkt het alleen te kunnen, mist de essentie van wat MaaS echt kan zijn.”
Bron: OpenWheels

