Het College voor de Rechten van de Mens heeft uitspraak gedaan over het wel of niet aanbieden van toiletten in de treinen van Arriva, Connexxion en Hermes (Breng). Het college heeft bepaald dat de vervoersaanbieders wettelijk gezien niet hebben gediscrimineerd en dat het niet verplicht is om toiletten in hun treinen aan te bieden.
Het college komt tot dit standpunt omdat zij vindt dat het inbouwen van toiletten namelijk zou leiden tot een onevenredige financiële belasting voor de desbetreffende vervoersaanbieders. Wel heeft het college aan de provincie Gelderland, de concessieverlener, de aanbeveling gedaan om de aanwezigheid van toiletten in treinen als eis op te nemen in een volgende aanbesteding.
“Het is belangrijk dat iedereen comfortabel met de trein kan reizen. Met NS, waarvoor ik concessieverlener ben, heb ik daarom afspraken gemaakt over toiletten in treinen. De decentrale overheden hebben als concessieverlener de verantwoordelijkheid om zelf invulling te geven aan hun regionale vervoerconcessie. In een aantal bestaande regionale concessies (iets meer dan 50%) is een toilet in de trein ook als verplichting opgenomen”, aldus Stientje van Veldhoven – Van der Meer in een schrijven aan de Kamer.
Afwegingen decentrale overheden.
Het al dan niet aanbieden van toiletten in regionale treinen is een zelfstandige afweging die de Gedeputeerde Staten maken via het Programma van Eisen dat zij vervolgens voorleggen aan de Provinciale Staten. In deze afweging spelen vele facetten mee: bijvoorbeeld of er al toiletten op stations beschikbaar zijn, hoe lang de gemiddelde reistijd is en wat de kosten voor toiletten in (nieuwe) treinen zijn.
De meeste treinen zonder toiletten rijden in het oosten van het land. De provincie Gelderland heeft aangegeven dat er op dit moment gewerkt wordt aan een Nota van Uitgangspunten voor het spoor in Overijssel en Gelderland. Hierin wordt bepaald wat de eisen zullen zijn bij de volgende ronde aanbestedingen.
Lees ook: Antwoorden staatssecretaris Snel over BPM deugen niet