De Nederlandse Spoorwegen (NS) werken in 2026 verder aan het uitbreiden en verbeteren van de dienstregeling.
Na de grote wijzigingen in 2025 zet de vervoerder komend jaar in op frequentieverhogingen en nieuwe rechtstreekse verbindingen. Zo worden Zeeland en Noord-Brabant beter met elkaar verbonden, rijden er meer treinen tussen Amersfoort en Deventer en kunnen reizigers profiteren van extra vroege en late treinen. Dit blijkt uit de Adviesaanvraag Dienstregeling 2026, die NS heeft ingediend bij regionale overheden en reizigersorganisaties, verenigd in het Locov.
hogesnelheidslijn speerpunt
De structuurwijzigingen van 2025, waarbij treinen vanaf de Hogesnelheidslijn (HSL) doorrijden naar Amersfoort en Lelystad, blijven in 2026 gehandhaafd en worden mogelijk verder uitgebreid. De mate waarin dit gebeurt, hangt af van de snelheid waarmee infrastructuurproblemen worden opgelost en de levering van nieuwe Intercity Nieuwe Generatie (ICNG)-treinen. Volgens NS worden deze ontwikkelingen nauwlettend gevolgd.
Een belangrijke wijziging in de dienstregeling is de verbeterde treinverbinding tussen Zeeland en Noord-Brabant. De intercity van Zwolle naar Roosendaal wordt elk uur doorgetrokken naar Vlissingen. Dit plan komt voort uit het compensatiepakket ‘Wind in de Zeilen’, dat werd opgesteld nadat de marinierskazerne in Vlissingen niet doorging.
Dankzij deze verandering kunnen Zeeuwse reizigers voortaan rechtstreeks naar Noord-Brabant reizen, wat de bereikbaarheid van de provincie vergroot. De afspraken hierover zijn eerder vastgelegd tussen de provincie Zeeland, NS, spoorbeheerder ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
meer intercity’s
Tussen Amersfoort en Deventer gaat de frequentie van intercity’s op werkdagen omhoog van drie naar vier per uur. Momenteel geldt dit alleen tijdens de spitsuren, maar in de nieuwe dienstregeling blijft dit de hele dag zo. Dit zorgt voor betere overstapmogelijkheden in Apeldoorn richting Zutphen en in Deventer richting Zwolle. Alleen op de momenten dat de internationale trein naar Duitsland rijdt, blijft de frequentie op dit traject beperkt tot drie intercity’s per uur.
![Eindhoven](https://pitane.blue/wp-content/uploads/2023/12/pitane_station.jpg)
Ook de sprinterdiensten krijgen een impuls. Op de Zaanlijn, tussen Uitgeest en Amsterdam Centraal, verdubbelt NS het aantal sprinters in het weekend van twee naar vier per uur. Dit betekent niet alleen een kortere wachttijd voor reizigers, maar ook een betere bediening van stations zoals Amsterdam Amstel, Amsterdam Bijlmer Arena, Abcoude en de haltes tussen Breukelen en Rhenen.
Daarnaast worden de sprinterdiensten tussen Den Haag Centraal en Dordrecht op zaterdag fors uitgebreid. Op het traject, waar doordeweeks al een TienminutenSprinter rijdt, wordt de frequentie tussen 10.00 en 20.00 uur verhoogd van twee naar vier sprinters per uur. Dit sluit aan bij de plannen om de zogenoemde CitySprinter verder te ontwikkelen, vooral met het oog op de grote woningbouwprojecten langs de Oude Lijn.
ruimer beschikbaar
Reizigers die vroeg in de ochtend of laat op de avond onderweg zijn, krijgen er ook extra opties bij. Op meerdere trajecten gaat de eerste trein eerder rijden en vertrekt de laatste trein later. Zo vertrekt de eerste intercity tussen Hilversum en Schiphol op zondagen een uur eerder, terwijl de laatste intercity van Leeuwarden naar Utrecht op vrijdagen en zaterdagen een uur later zal rijden.
Door langdurige werkzaamheden bij Vught geldt er een snelheidsbeperking van 80 km/u op het traject tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Dit zorgt voor een langere reistijd, en om de aansluitingen in Limburg op peil te houden, slaat de intercity tussen Heerlen en Eindhoven station Weert in het weekend (vrijdag, zaterdag en zondag) één keer per uur over. Tegelijkertijd wordt de intercity van Heerlen naar Eindhoven eens per uur doorgetrokken naar Utrecht en Amsterdam, wat een snellere verbinding vanuit Limburg met de Randstad oplevert.
Met deze aanpassingen in de dienstregeling van 2026 wil NS reizigers meer reismogelijkheden bieden, de bereikbaarheid van verschillende regio’s verbeteren en inspelen op de groeiende vraag naar treinverkeer. Of alle plannen daadwerkelijk uitgevoerd worden, hangt deels af van infrastructurele ontwikkelingen en de beschikbaarheid van materieel.