De kritiek op Centrale Database Taxi (CDT) blijft aanhouden ondanks aanpassingen staatssecretaris Jansen.
Tijdens het meest recente commissiedebat openbaar vervoer en taxi’s heeft staatssecretaris Chris Jansen opnieuw kritische vragen moeten beantwoorden over de invoering van de Centrale Database Taxi (CDT). De zorgen over privacy en de noodzaak van de maatregel blijven overheersen, vooral nu ook de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zich kritisch heeft uitgelaten over het voorstel.
disproportionaliteit
Een van de belangrijkste punten van kritiek op de database is de proportionaliteit van de gegevensverzameling. Oppositiepartij DENK, vertegenwoordigd door Kamerlid Ismail el Abassi, stelt dat de noodzaak van het verzamelen van deze gegevens onvoldoende is aangetoond. Volgens hem zijn de maatregelen buitenproportioneel en vormen ze een ernstige inbreuk op de privacy van zowel taxichauffeurs als passagiers. “We krijgen hier een systeem waarbij de overheid kan inzien waar iemand is opgehaald en mogelijk waar iemand naartoe gaat. Dit is een vorm van massasurveillance,” aldus el Abassi.
Daarnaast wordt gevreesd dat de gegevens die in de database worden vastgelegd, zoals ritlocaties en afgelegde kilometers, voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt dan alleen toezicht op de taxisector. De vrees is dat deze informatie bijvoorbeeld gedeeld wordt met opsporingsinstanties, wat zou kunnen leiden tot een schending van de privacy van passagiers. Met name medische locaties, woonadressen en werkadressen zouden hierdoor indirect traceerbaar kunnen zijn.
autoriteit persoonsgegevens
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft forse kritiek geuit op de plannen en stelt dat het kabinet onvoldoende heeft onderbouwd waarom deze grootschalige registratie noodzakelijk is. Volgens de AP zijn er onvoldoende garanties dat de verzamelde data niet later voor andere doeleinden worden gebruikt, wat een reëel gevaar vormt voor de bescherming van persoonsgegevens. De staatssecretaris heeft in eerdere antwoorden aangegeven dat de gegevens vooral dienen om misstanden in de taxisector tegen te gaan en te zorgen voor een eerlijk speelveld, maar dit wordt door critici als onvoldoende onderbouwing gezien.

Een eerder voorstel werd al aangepast om tegemoet te komen aan de bezwaren van de AP. In plaats van gedetailleerde ritinformatie worden nu alleen de startlocatie van de taxi en het aantal afgelegde kilometers geregistreerd. Hiermee zouden privacygevoelige bestemmingen minder makkelijk te achterhalen zijn. Toch vindt de AP ook dit nieuwe voorstel problematisch en niet voldoende privacyvriendelijk.
Omdat de discussie over de centrale database blijft voortduren, is de Raad van State nu gevraagd om advies te geven over de aanpassingen die de staatssecretaris heeft doorgevoerd. Heijnen geeft aan dat ze bereid is verdere wijzigingen door te voeren als de Raad van State dat nodig acht. “We willen zorgen voor een evenwichtige oplossing waarbij zowel controle op de taxisector als bescherming van persoonsgegevens gewaarborgd zijn,” aldus Jansen.
De toezegging van de staatssecretaris om het voorstel verder te herzien wordt echter door oppositiepartijen en privacywaakhonden met scepsis ontvangen. De verwachting is dat de Raad van State pas over enkele maanden een definitief advies zal geven. Tot die tijd blijft de invoering van de Centrale Database Taxi onderwerp van felle discussie.