De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn heeft in 2024 een ongeziene hervorming doorgemaakt.
Terwijl het systeem bleef draaien, werden fundamentele ingrepen doorgevoerd in het netwerk, de infrastructuur en de manier waarop vervoer wordt georganiseerd. Het resultaat mag er zijn: een groei van 4,5 procent in het aantal reizigers, ondanks personeelstekorten en een verouderd voertuigenpark.
De aanleiding voor deze ingrijpende hertekening was het nieuwe mobiliteitsdecreet ‘basisbereikbaarheid’, een beleidskader dat mikt op vraaggericht vervoer in plaats van een vast lijnenstelsel. In zes van de vijftien vervoersregio’s werd het netwerk volledig hertekend, waarbij routes en dienstregelingen werden aangepast aan de werkelijke verplaatsingsnoden van de reizigers. De Lijn zette daarbij de grootste netwerkaanpassing ooit door, met een herschikking van ongeveer tien procent van de bestaande dienstregeling.
flexvervoer
Een sleutelelement in die hervorming is de introductie van ‘flexvervoer’. Deze nieuwe vorm van vervoer vervangt de oude belbussen en functioneert als een hybride systeem tussen een klassieke busdienst en een taxidienst. Gebruikers kunnen ritten op aanvraag boeken, waardoor er efficiënter en doelgerichter gereden wordt. Het systeem werd uitgerold in onder andere de Kempen, Limburg en Vlaams-Brabant, en blijkt een schot in de roos in regio’s waar de klassieke lijnbus vaak leeg bleef rijden.
Parallel aan de netwerkherziening zette De Lijn ook grote stappen in de richting van elektrificatie. In 2024 werden 124 nieuwe elektrische bussen besteld. De ambitie reikt echter verder: er liggen plannen klaar voor de aankoop van meer dan 700 bijkomende elektrische voertuigen. Om dat mogelijk te maken, werd er fors geïnvesteerd in laadinfrastructuur. In Winterslag kwamen er 60 laadpalen bij, terwijl in Mortsel de eerste klimaatneutrale stelplaats van De Lijn werd geopend met 84 laadpunten – de grootste van het land tot nu toe.
infrastructuur
Tegelijkertijd werd ook de infrastructuur ondergronds aangepakt. In Antwerpen kregen de premetrostations Sport, Elisabeth en Schijnpoort een volledige renovatie, inclusief de vernieuwing van de roltrappen. Daarmee toont De Lijn aan dat modernisering niet enkel bovengronds plaatsvindt, maar een integraal proces is.
De weg naar modernisering was echter niet zonder obstakels. Door personeelstekorten en een verouderde busvloot steeg het aantal niet-gereden ritten. De ingrijpende veranderingen leidden in januari 2024 bovendien tot een forse toename van het aantal klachten. In de eerste elf maanden van het jaar kreeg De Lijn ruim 14.000 klachten over het aanbod, tegenover 5.700 een jaar eerder.

Toch bleef de vervoersmaatschappij niet doof voor die kritiek. Er werden 471 aanpassingen doorgevoerd aan het netwerk om tegemoet te komen aan de feedback van reizigers. In de helft van de gevallen ging het om bijkomende ritten of verschuivingen in de dienstregeling.
Ook financieel leverde de hervorming resultaten op. De verkoop van losse tickets steeg met 7 procent, het aantal abonnementen nam met 4 procent toe en de totale vervoersontvangsten groeiden met 5,2 procent. De Vlaamse regering stelde extra investeringsmiddelen ter beschikking, waaronder een bestelling van 24,2 miljoen euro aan laadpalen bij het consortium SPIE-Ekoenergetyka.
ambities
De ambities van De Lijn reiken verder dan 2024. Tegen 2035 wil het bedrijf volledig emissievrij opereren. Daarvoor worden honderden miljoenen euro’s geïnvesteerd in voertuigen en infrastructuur. Tegelijk blijft de focus liggen op het garanderen van betrouwbaarheid voor de dagelijkse reiziger. Elke ochtend moet die bus gewoon op tijd komen.
Wat De Lijn in 2024 heeft aangetoond, is dat een grootschalige modernisering mogelijk is zonder het systeem stil te leggen. Een complex samenspel van innovatie, beleid en flexibiliteit maakt het mogelijk om het openbaar vervoer van de toekomst vandaag al vorm te geven.