De Vlaamse regering in lopende zaken zal binnenkort het Uitvoeringsbesluit goedkeuren dat het nieuwe Taxidecreet moet implementeren. De sociale partners van de taxisector luiden de alarmbel, steunend op een vernietigend advies door de Vlaamse Mobiliteitsraad (MORA). Volgens dat advies voert de Vlaamse regering onrealistische criteria in op het vlak van milieu en taalkennis. 

Bovendien, aldus het vakblad Personenvervoer Magazine, biedt het Uitvoeringsbesluit onvoldoende hulpmiddelen aan lokale overheden om te implementeren en te controleren. Ten slotte komt mobiliteitsminister Weyts zijn belofte niet na om de prijzen te monitoren.

In haar recent uitgebrachte advies geeft MORA aan dat de huidige ontwerptekst de vele leemten van het taxidecreet niet opvult. De MORA waarschuwt dat een ongewijzigd uitvoeringsbesluit de duurzaamheid van de taxisector ernstig in het gedrang brengt. De werkgeversorganisatie GTL en de werknemersorganisaties ACV-Transcom en ABVV-BTB roepen de Vlaamse Regering op om alsnog rekening te houden met de adviezen van de MORA en de sector en een sociaaleconomisch bloedbad te vermijden.

Het uitvoeringsbesluit legt zeer strenge milieunormen op aan de taxivoertuigen. Het MORA-advies wijst erop dat er een te groot verschil bestaat tussen de opgelegde ecoscores en de huidige milieuprestaties van de taxivloot om dit zonder overgangsmaatregelen door te voeren: “Op basis van onze cijfers betekent deze maatregel dat 75% van de Vlaamse taxi’s en 50% van de minibusjes op zeer korte termijn vervangen moeten worden”, zegt Pierre Steenbergen, secretaris-generaal van GTL. “Uiteraard staan wij achter een vergroening van de taxi’s. Heel wat taxiondernemingen zetten in op elektrische en hybride voertuigen. We stellen echter vast dat de criteria die minister Weyts ons nu wil opleggen totaal onrealistisch zijn en honderden KMO’s verplicht om nog voor begin van volgend jaar het grootste deel van hun vloot te vervangen”.

De extra investering voor de omschakeling van een populair dieselmodel naar een evenwaardig hybride model bedraagt ongeveer 20.000 euro per wagen. Sommige taxibedrijven vervangen 25 auto’s per jaar. Dat betekent dat vele taxiondernemers op deze wijze het mes op de keel krijgen.

De situatie is nog schrijnender voor minibusjes, die ondermeer  gebruikt worden voor het vervoer van rolstoelgebruikers. Naast de veel hogere aankoopprijs van de busjes, zullen de ondernemingen ook extra geld moeten steken in de ombouw ervan voor rolstoelgebruik. Bovendien zal hetzelfde type minibus minder personen kunnen vervoeren, omdat de elektrische batterij veel ruimte inneemt. Tenslotte zal het gewicht van de nieuwe minibus de chauffeurs ook verplichten om een rijbewijs type D voor autobussen te halen. 

“Is de Vlaamse regering bereid om de gevolgen te dragen van haar onbezonnen ambities: faillissementen, duurdere ritten en een tekort aan vervoer voor mindervaliden?” vraagt Jan Sannen van ACV-Transcom.  

MORA stelt vast dat de huidige taalvereisten in het uitvoeringsbesluit de lat zeer hoog leggen voor de taxichauffeurs. In de toekomst zullen de chauffeurs hun kennis van het Nederlands moeten aantonen door middel van een B1-attest. De sociale partners zijn het eens dat het Nederlands een belangrijke vereiste blijft om te communiceren met de klanten. De voorgestelde taaleis is echter een ernstige barrière voor de invulling van deze jobs. 

De taxisector biedt reeds decennialang laagdrempelige jobs aan personen die moeilijk aan werk komen. Door de lat te verlagen naar een A2-attest kan een optimale dienstverlening voor de klant worden verzekerd én sluiten we uit dat laaggeschoolde werknemers en nieuwkomers geen kansen meer krijgen”, zegt Erik Maes van ABVV-BTB.

“Voor de gemeenten serveert minister Weyts kaas met gaten, heel veel gaten”, stelt Pierre Steenberghen van GTL. “Terwijl het taxidecreet het onderscheid invoert tussen standplaatstaxi en straattaxi, stelt de MORA vast dat de Vlaamse Regering niet de nodige hulpmiddelen invoert om de lokale besturen te laten controleren of de chauffeurs zich aan de nieuwe regels houden”. “Wat belet een individuele bestuurder om zijn kans te wagen bij een standplaats waar hij geen machtiging voor heeft? Hoe moet de handhaver controleren of een taxi al dan niet aan het rijden is onder categorie standplaatstaxi of onder categorie straattaxi?”, merkt het MORA-advies op.

De sociale partners hebben reeds eerder aangekaart dat het nieuwe Taxidecreet een verregaande liberalisering doorvoert op maat van Uber. Minister Weyts heeft steeds beweerd dat er bijkomende maatregelen in het uitvoeringsbesluit zouden staan om de mogelijke uitwassen de baas te kunnen. De minister beloofde bijvoorbeeld de prijzen te monitoren om sociale dumpingpraktijken of ontsporingen bij de prijszetting een halt toe te roepen. Ook van deze belofte is echter niks terug te vinden in het ontwerp van uitvoeringsbesluit.

Het MORA-advies stelt dat er zelfs geen sprake is van een uitgewerkt mechanisme voor prijsmonitoring en -evaluatie. “Zonder controle op de prijs, zullen giganten zoals Uber de Vlaamse KMO’s wegconcurreren door middel van dumpingprijzen. Het Uber-model zal leiden tot monopolievorming, lagere lonen en

– op termijn – hogere prijzen. De minister moet op z’n minst zijn beloftes nakomen en een monitoringsysteem oprichten, zodat sociale dumping kan worden vermeden“, concludeert Erik Maes van ABVV-BTB