Onlangs bracht de SWOV een rapport uit aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Het rapport geeft een overzicht van de geïdentificeerde risico’s waarmee bij de beslissing om de BSO-bus al dan niet op de openbare weg toe te laten rekening moet worden gehouden. Het rapport bevat geen advies over het wel of niet toelaten van het voertuig: de uitkomsten werden wellicht meegewogen bij de beslissing om een LEV al dan niet toe te laten tot de openbare weg.

niet veilig voor kwetsbare verkeersdeelnemers

Het SWOV voorstel is gebaseerd op de beginselen van Duurzaam Veilig Wegverkeer. Daaruit volgt dat het niet veilig is om kwetsbare verkeersdeelnemers – zoals fietsers maar ook de berijders en eventuele passagiers van LEV’s – de rijbaan te laten delen met gemotoriseerd snelverkeer dat op die rijbaan 50 km/uur of sneller mag rijden. De resultaten van een risico-inventarisatie hangen daarmee niet alleen af van de toegestane snelheid van het voertuig, maar ook van de plek op de weg. Dit is des te belangrijker wanneer een LEV bedoeld is voor het vervoeren van kwetsbare passagiers, waaronder kinderen of ouderen.

In dit rapport zijn de resultaten beschreven van de risico-inventarisatie zoals die is uitgevoerd bij de BSO-bus (de nieuwe versie van de Stint). Voor dit voertuig is op 10 oktober 2019 bij het ministerie een aanvraag ingediend tot aanwijzing als bijzondere bromfiets. Daarbij heeft de aanvrager conform de sinds mei 2019 geldende Beleidsregel, naast een technische keuring en het uitvoeren van rijtesten door de RDW, door twee verschillende partijen een risicobeoordeling laten uitvoeren. SWOV heeft deze op verzoek van het Ministerie van van Nieuwenhuizen voorzien van ‘second opinions’. Op basis daarvan is door u op 16 juli 2020 besloten SWOV te vragen om een aanvullende, op korte termijn uit te realiseren risico-inventarisatie voor het voertuig uit te voeren.

Lees ook  Scootmobiel blijkt dodelijker dan gedacht: experts luiden noodklok

verschillende risico’s

SWOV heeft daarvoor de nieuw voorgestelde methode toegepast. Er zijn verscheidene risico’s geconstateerd waarvan zowel de ‘kans’ op het ongeval als het ‘gevolg’ ervan zijn ingeschat als ‘middelgroot’ of ‘groot’. Deze risico’s hebben betrekking op: de plaats en bescherming van de bestuurder, belasting van het voertuig, taakbelasting van de bestuurder, afmetingen en massa van het voertuig en de inzittendenbescherming. Er zijn daarnaast elf risico’s geïdentificeerd waarvan de ernst van de mogelijke gevolgen als groot is ingeschat door de experts. De grootste gemene deler van deze elf risico’s is de kwetsbaarheid van de inzittenden door het grotendeels ontbreken van een beschermende schil.

Met name als er een aanrijding is met gemotoriseerd verkeer (motor, auto, vrachtwagen, bus) dat 50 km/uur rijdt, kan de ernst van de gevolgen zeer groot en zelfs dodelijk zijn. Dit kan met name het geval zijn op kruisingen kruispunten (oversteekplaatsen) en op wegen met een limiet van 50 km/uur en hoger. Daarbij geldt dat de kans op een dergelijke aanrijding een kenmerk is van ons huidige, nog niet volledig duurzaam veilig ingerichte wegverkeer. Het risico is dus aanwezig voor alle kwetsbare verkeersdeelnemers, ook wanneer zij gebruik maken van nu al op de weg toegelaten voertuigen, zoals – al dan niet elektrisch ondersteunde – fietsen en bakfietsen.

Lees ook: Buszy nieuwe naam voor de conceptversie van de Stint

Stint in actie te Amsterdam
SWOV kantoor Den Haag
software voor taxibedrijven