Sinds 2010 worden de maximumtarieven voor taxivervoer jaarlijks geïndexeerd. Dit gebeurt op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI). Voor 2021 komt uit de berekening een LTI van 0,91%. Dit betekent dat de vaste bedragen, de bedragen per kilometer en de bedragen per minuut hiermee worden verhoogd. Hetzelfde geldt voor het tarief dat de vervoerder, mits afgesproken met de consument, in rekening mag brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit.
Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, dan kan dit nalevingslasten tot gevolg hebben zoals het laten aanpassen van de taxameter, het downloaden en invullen van nieuwe tariefkaarten en het vervangen van de tariefkaarten binnen en buiten de taxi. Als alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten zijn de totale lasten € 861.000. Per taxivoertuig zou dit neerkomen op € 21,00.
consultatie
Door middel van internetconsultatie is aan eenieder de gelegenheid geboden om te reageren op een concept van deze regeling. Hiermee wordt voldaan aan artikel 106 van de Wet personenvervoer 2000, waarbij de daarin genoemde instanties over de start van de internetconsultatie worden geïnformeerd. Reizigersvereniging Rover heeft in een reactie positief geadviseerd over deze regeling, omdat deze aansluit bij de systematiek van de LTI.
In de reactie van Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) wordt gepleit voor indexering met de zogenaamde NEA-kostenontwikkelingsindex, aangezien deze het meest toegesneden zou zijn op de taxibranche en voor het afschaffen van de wettelijke maximumtarieven omdat deze niet zouden passen bij een geliberaliseerde markt. Het zij benadrukt dat de maximumtarieven niet gelden voor contractvervoer en voor taxivervoer dat wordt aangeboden tegen een vast tarief per rit dat vooraf met de reiziger is overeengekomen. De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
Lees ook: Vereniging Rover kiest Saskia Kluit als voorzitter