Brussel eist dat het kabinet ook andere vervoersbedrijven in overweging neemt.
Vandaag buigt de vaste Kamercommissie Infrastructuur zich over een nieuwe spoorconcessie voor NS, het Hoofdrailnet. De Europese Commissie beschuldigt het kabinet van het schenden van Europese regels. Nederland wil het spoor niet openbaar aanbesteden, maar van oudsher opnieuw per 2025 onderhands gunnen aan de NS. Eurocommissaris Adina Vălean schreef het kabinet in juli dat het zich ‘grote zorgen maakt over de wettigheid’ van de onderhandse gunning.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen (infrastructuur) denkt daar anders over en geeft aan dat zo’n marktanalyse juridisch gezien niet verplicht is. Dat schrijft ze aan de Kamer. Maar ze blijft wel ‘in gesprek’ met de Europese Commissie, en dat kan tot koerswijzigingen leiden. Daarnaast overweegt Heijnen een aantal regionale lijnen van het hoofdrailnet af te knippen en te laten aanbesteden door provincies.
consessie
De vervoerder krijgt voor de belangrijkste binnen- en buitenlandse trajecten onderhands een concessie voor de periode 2025-2035. De Eurocommissaris wijst er in haar brief op dat er dat het kabinet heeft verzuimd eerst te polsen of er ook nog andere vervoerders zijn die op het Nederlandse spoor willen rijden. Toch blijkt uit het Programma van Eisen dat NS geen vrij spel krijgt. Door de brief en de waarschuwing liggen de Europese Commissie en het kabinet op ramkoers. Een woordvoerder in Brussel zegt dat er nog geen juridische procedure is gestart, maar wel boven de markt hangt.
De buitenwereld zaagt nu al aan de stoelpoten van NS. Ook in het binnenland zijn er diverse partijen die al jaren azen op treinverbindingen die de NS nu exploiteert. Dat de Nederlandse Staat de nieuwe spoorconcessie onderhands gunt is een doorn in het oog voor onder meer de regionale vervoerders Keolis, Arriva, EBS, Transdev, en QBuzz, dochterbedrijven van buitenlandse vervoersbedrijven die op Nederlandse bodem een graantje meepikken.
Er komt waarschijnlijk meer concurrentie op binnenlandse lijnen, terwijl er ook wordt gesproken over het toelaten van grote spoorvervoerders op de internationale trajecten. Als er inderdaad meer concurrentie komt op de lijnen naar Parijs, Londen, Berlijn en Frankfurt, is dat een klap voor NS. Dat is namelijk het meest winstgevende onderdeel van de hele groep. NS verdient daar enkele tientallen miljoen per jaar.