Vanaf juli moeten consumenten betalen voor een coronasneltest als ze die laten afnemen om toegang te krijgen tot bijvoorbeeld de horeca of een culturele instelling. Dat staat in een wetsvoorstel over toegangstesten, waarmee het kabinet vrijdag heeft ingestemd.

De komende tijd wordt gewerkt aan de infrastructuur om het toegangstesten mogelijk te maken door heel Nederland. Tot juli draagt de overheid dus de kosten. Daarna wordt van de burger een bijdrage gevraagd.

Het ministerie verwacht dat die bijdrage uitkomt op 7,50 euro per sneltest, maar dat is niet in beton gegoten. De gemiddelde kosten voor een sneltest zijn 30 euro, en vanaf juli draagt het ministerie nog 22,50 euro per sneltest bij, rekent een woordvoerder van het departement voor.

Eerste versoepelingen

Met pilots wordt deze maand gekeken hoe het toegangstesten in de praktijk in zijn werk gaat. Voor de proefprojecten, het opzetten van de testinfrastructuur en het uitvoeren van de testen is de komende maanden in totaal 1,1 miljard euro gereserveerd.

Het kabinet hoopt de eerste versoepelingen – waaronder het openen van de terrassen en het afschaffen van de avondklok – per 28 april door te voeren, maar zegt dat dat niet zeker is. De ziekenhuisopnames moeten eerst dalen voordat er wordt versoepeld.

Als er vanaf mei verdere versoepelingen toegestaan zijn, dan wordt het weer mogelijk om plekken als theaters en sportwedstrijden te bezoeken met een negatief testbewijs. Het gaat dan om de tweede stap in het openingsplan dat premier Mark Rutte en coronaminister Hugo de Jonge dinsdag presenteerden. In de derde stap zouden restaurants aan de beurt zijn.

Lees ook: Speeksel PCR-test op luchthaven Zürich Airport

Corona Antigen zelftest