Goedkoop treinreizen begint echter met goed onderzoek.
Hoewel de trein in Nederland een populaire manier van reizen is, stuit het tariefbeleid van de Nederlandse Spoorwegen (NS) regelmatig op kritiek. Waarom lijkt het dat je voor een vergelijkbare rit in het buitenland vaak minder betaalt? En is er sprake van een fair tariefsysteem of betaalt de Nederlandse treinreiziger simpelweg te veel?
Europa is een continent dat zich uitstekend leent voor treinreizen. Van pittoreske dorpjes in de Alpen tot de bruisende metropolen als Berlijn en Parijs: de trein brengt je overal. Maar wie in Europa de trein pakt, doet er goed aan zich eerst te verdiepen in de tarieven. Want hoewel de afstanden vaak vergelijkbaar zijn, kunnen de prijzen sterk verschillen.
Een treinkaartje in Nederland is niet bepaald goedkoop. Sterker nog, het kan flink duurder zijn dan soortgelijke treinreizen in buurlanden als België en Duitsland. Neem bijvoorbeeld een retourrit van Essen naar Antwerpen. Bij de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS kost dit in het weekend slechts €6,60 per persoon. Maak je dezelfde reis vanaf Roosendaal via NS, dan betaal je, volgens onderzoek van RTL4, maar liefst €16,40, ondanks dat de rit van Roosendaal naar Essen slechts 8 minuten bedraagt.
De aantrekkelijke tarieven van de NMBS hebben in de afgelopen zomer geleid tot een recordaantal boekingen voor internationale reizen. Met name de verbindingen naar Frankrijk zijn erg in trek. Dit is mede te danken aan de ambitie van de NMBS om het internationaal reizen per spoor aantrekkelijker en toegankelijker te maken. Met tickets voor meer dan 5.500 bestemmingen in 14 Europese landen is er volop keuze.
Het loont dus om prijzen te vergelijken. Wie bijvoorbeeld een reis van Amsterdam naar Boedapest wil maken en dit via NS boekt, betaalt €109,90. Maar wie dezelfde rit bij MAV-Start, de Hongaarse spoorwegmaatschappij, reserveert, kan al vanaf €66 de reis maken. En dat voor exact dezelfde trein en hetzelfde tijdstip! Ook in Duitsland zijn er scherpe prijsverschillen. Een rit van Neuss naar Dortmund kost ongeveer €20 met de intercity. Maar er zijn veel goedkopere tarieven beschikbaar voor regionale treinen, die vaak over grotere afstanden rijden dan je in Nederland gewend bent.
Het wordt tijd dat er kritisch wordt gekeken naar het prijsbeleid van de NS en de mogelijkheid om meer concurrentie op het Nederlandse spoor te introduceren.
De grote prijsverschillen zijn voor reizigersorganisatie Rover reden tot zorg. Wij pleiten voor meer concurrentie op het Nederlandse spoor. Meer aanbieders kunnen leiden tot scherpere tarieven, al is marktwerking in sommige sectoren ook niet altijd de gewenste oplossing. De NS argumenteert dat de hoge ticketprijzen nodig zijn vanwege de kosten van onderhoud en investeringen in het spoor en het materieel. Echter, ook andere Europese landen kennen deze kosten, en toch zijn de prijzen daar lager.
De NS heeft een bijna-monopolie op het hoofdrailnet in Nederland. Zonder serieuze concurrentie is er minder prikkel om de tarieven te verlagen. Voor wie binnen Europa met de trein wil reizen, is het dus raadzaam om goed de tarieven te vergelijken. Soms kan een klein uitstapje over de grens al leiden tot een flinke besparing. En met de groeiende focus op duurzaam reizen, zal de trein als vervoersmiddel alleen maar aan populariteit winnen. Goedkoop treinreizen begint echter met goed onderzoek.