Vanaf eind 2026 krijgt een nieuwe vervoerder de kans om het busvervoer in Zeeland te verzorgen.
Deze aanbesteding, een belangrijk moment voor de toekomst van het openbaar vervoer in de regio, begint nu vorm te krijgen. Eind oktober zal duidelijk worden welke vervoersmaatschappijen hun interesse hebben getoond, en in januari 2025 maakt de Provincie Zeeland haar keuze bekend. De huidige concessie met Transdev/Connexxion loopt eind 2026 af, maar Connexxion kan zich opnieuw inschrijven, net als andere geïnteresseerde partijen.
De Provincie Zeeland regelt het openbaar vervoer via een concessie: een exclusief contract voor een bepaalde periode. In de concessie worden de frequentie en routes van de bussen vastgelegd, evenals de vergoeding die de vervoerder ontvangt. Hoewel er inkomsten zijn van reizigers, blijft openbaar vervoer duur, en moet de overheid financieel bijspringen. Voor deze nieuwe concessieperiode is het plafondbedrag vastgesteld op 28,9 miljoen euro per jaar.
geen enkele partij
De huidige concessie liep eigenlijk tot eind dit jaar. Toen vorig jaar oktober bleek dat geen enkele partij zich had aangemeld, werd de huidige concessie met Connexxion met twee jaar verlengd. Om een herhaling van dit scenario te voorkomen, heeft de Provincie het aanbod aantrekkelijker gemaakt. De concessieperiode is verlengd van 8 naar 12 jaar, wat bedrijven meer tijd geeft om hun investeringen terug te verdienen. Daarnaast is er jaarlijks 2 miljoen euro extra beschikbaar voor het busvervoer.
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe concessie is de verduurzaming van het wagenpark. De oorspronkelijke eis dat vanaf 2027 geen enkele bus schadelijke broeikasgassen zou uitstoten, is versoepeld naar 2030. Voor buurtbussen en een deel van de schoolbussen geldt zelfs een nog latere datum. Deze wijziging komt deels doordat het Zeeuwse elektriciteitsnet vol is, maar het geeft vervoerders ook meer tijd om hun investeringen strategisch te plannen.
De Provincie ondersteunt de verduurzaming door het voorbereiden van oplaadpunten in steden als Goes, Middelburg, Zierikzee, Terneuzen en Sint Maartensdijk. Dit biedt bedrijven de infrastructuur die ze nodig hebben om de overstap naar elektrische bussen te maken. Daarnaast is de dienstregeling verbeterd, wat de roosters van chauffeurs ten goede komt.
Met de nieuwe concessie hoopt de Provincie Zeeland een betrouwbare en duurzame vervoersoplossing te bieden die de bereikbaarheid van de regio verbetert en een voorbeeld stelt voor de rest van het land.
De nieuwe concessie betekent ook dat enkele bestaande buslijnen zullen verdwijnen. Dit betekent echter niet dat de reizigers slechter af zullen zijn. De Provincie streeft ernaar om de bereikbaarheid van elk dorp van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat te garanderen. De buslijnen vormen samen met het spoor en de Westerschelde Ferry de ruggengraat van het Zeeuwse openbaar vervoer, met snelle verbindingen tussen stations en opstapplaatsen die zich voornamelijk buiten de dorpen bevinden.
Naast de vaste routes wordt er een flexibel systeem van vervoer op bestelling geïntroduceerd, genaamd FLEX. Dit systeem omvat flextaxi’s, deelfietsen en deelauto’s, waardoor reizigers zeven dagen per week van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vrijwel overal naartoe kunnen. Dit flexibele vervoerssysteem zorgt voor een betere bereikbaarheid van dorpen en kernen, die vaak onder druk staat.
onder de aandacht
De ambitieuze plannen in Zeeland trekken de aandacht van andere regio’s. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ziet Zeeland als een potentieel voorbeeld voor de rest van Nederland als het gaat om publiek vervoer, dat wil zeggen al het vervoer dat de overheid (mede) financiert en niet alleen volgens een dienstregeling rijdt. Daarom heeft het ministerie 6 miljoen euro aan rijksgeld in het project geïnvesteerd.
De betrokkenheid van de Zeeuwen bij de plannen is groot. Na feedback op het oorspronkelijke busplan, dat eind dit jaar van start zou gaan, zijn minder buslijnen geschrapt in de nieuwe opzet. Gemeentebesturen, wegbeheerders, dorpsraden en reizigersorganisaties hebben uitvoerig meegedacht, wat heeft geleid tot verdere verbeteringen. Ook bij de invoering van het flexvervoer worden de Zeeuwen nauw betrokken, wat bijdraagt aan een zorgvuldige voorbereiding.
De inschrijvingen voor de nieuwe concessie worden beoordeeld op prijs en kwaliteit, waarbij de kwaliteit zwaarder weegt. Punten worden toegekend voor aspecten zoals het comfort in de bus en de betrokkenheid van het Zeeuwse midden- en kleinbedrijf. Bedrijven die boven het plafondbedrag van 28,9 miljoen euro uitkomen, maken echter geen kans tegen goedkopere aanbieders.
