Print Friendly, PDF & Email

De impact van het coronavirus op de taxisector is zwaar. De taxisector wordt als essentieel beschouwd, dus werden de activiteiten niet stilgelegd. Daardoor kunnen taxibedrijven en verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder (VVB) geen aanspraak maken op de hinderpremie. Toch daalde de omzet van de taxibedrijven enorm omdat o.a. de toeristische en vrijetijdssectoren en het luchthavenverkeer stilvielen.

lening voor taxisector

De steunmaatregelen waren een tussenkomst in de vaste kosten die de sector moest blijven dragen op een ogenblik dat de omzet drastisch daalde. De voertuigen zijn de belangrijkste vaste kost voor de taxisector en de sector verhuur van voertuigen met bestuurder. Daarom werden de steunmaatregelen gebaseerd op de aankoopprijs van de voertuigen.

Het maximale kredietbedrag van de achtergestelde lening werd bepaald op basis van het aantal voertuigen van de aanvrager. Hiervoor kwamen alleen de volgende voertuigen in aanmerking die beschikken over een vergunning voor ongeregeld vervoer vanaf 1 januari 2020 voor individueel bezoldigd vervoer en voor 1 januari 2020 met een vergunning voor taxidienst of vergunning voor dienst voor het verhuren van een voertuig met bestuurder. De vergunning moest worde afgeleverd door een gemeente in het Vlaamse Gewest.

Het maximale kredietbedrag bedraagt 2000 euro per voertuig dat in aanmerking komt voor de steunmaatregel. Op basis van dat maximale kredietbedrag kan de onderneming beslissen voor welk bedrag ze een achtergestelde lening wenst op te nemen. De achtergestelde ontlener komt bij faillissement in de volgorde van schuldeisers achter de andere schuldeisers.

bijkomende steunmaatregelen

Bijkomende steunmaatregelen voor de taxisector zijn nodig omdat de compensatieregel geen faillissementen zal tegenhouden bij bedrijven met meerdere voertuigen. Die faillissementen zullen een grote impact hebben op het Vlaamse mobiliteitsbeleid, gezien de rol van de taxisector binnen Basisbereikbaarheid en dan meer specifiek de vervoerslaag Vervoer op Maat.

Daarom wordt aan de taxibedrijven een overbruggingsfinanciering voor een termijn van 5 jaar aangeboden met middelen uit het noodfonds, aan een jaarrente van 1,5%. De omvang van het bedrag van die overbruggingsfinanciering zal afhankelijk zijn van het aantal voertuigen. Per voertuig wordt er 2000 euro voorzien. De precieze modaliteiten voor de toekenning van de overbruggingsfinanciering worden nog uitgewerkt. De Vlaamse Regering stelt hiervoor 12 miljoen euro ter beschikking.

federale steunmaatregelen

Taxibedrijven en zelfstandige taxichauffeurs komen ook in aanmerking voor een of meerdere van volgende federale steunmaatregelen.

  • Overbruggingsrecht voor zelfstandigen bij een volledige sluiting van minimaal 7 dagen
  • Uitstel of vrijstelling van betaling van sociale bijdragen voor zelfstandigen
  • Uitstel voor werkgevers van verschuldigde betalingen aan de RSZ
  • Afbetalingsplan sociale werkgeversbijdragen
  • Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (voor zover dat het personeel betreft dat een volledige dag werkt. Bestuurders die enkele ritten per dag doen, vallen hierbuiten).
  • Afbetalingsplan voor de betaling van de verschillende belastingen, een uitstel voor het indienen van bepaalde aangiften en een uitstel van betaling van bepaalde schulden.

Lees ook: Noodsituatie taxisector blijft voor GTL aanslepen tijdens lockdown

taxisector Vlaanderen