Pitane Image

Het toenemende wantrouwen tegenover Chinese technologieën, vooral binnen de Europese Unie, is een onderwerp dat steeds vaker opduikt in gesprekken over nationale veiligheid en technologische afhankelijkheid.

Een recent voorbeeld hiervan is de uitspraak van Europarlementariër Bart Groothuis (VVD) die ernstige bedenkingen uitte over het gebruik van Chinese auto’s door Europese ambtenaren en leiders. “Peter Wennink kan niet in een Chinese auto rijden. Als hij zijn telefoon aansluit luistert China mee,” waarschuwde Groothuis. Deze opmerking, gemaakt tijdens een discussie over cybersecurity in Brussel, belicht de groeiende zorgen over hoe technologie kan worden gebruikt als middel voor internationale spionage.

Deze bezorgdheid is niet ongegrond. Recente incidenten en onderzoeken wijzen op een patroon waarbij Chinese technologieën mogelijk backdoors bevatten die toegang kunnen bieden tot gevoelige informatie. Dit risico wordt als onacceptabel beschouwd, vooral voor personen in sleutelposities zoals ministers of toonaangevende bedrijfsleiders zoals Wennink.

kritische blik

Groothuis, die bekend staat om zijn kritische blik op cyberveiligheid, benadrukte ook het bredere risico van cyberaanvallen die vitale infrastructuur kunnen treffen, zoals energie-, gas-, en waterdistributiesystemen. “Onze eigen levensbelangrijke systemen worden ook ernstig bedreigd door cybercriminaliteit,” voegde hij toe, met een duidelijke verwijzing naar de noodzaak voor versterkte beveiligingsmaatregelen in deze sectoren.

De discussie rond cybersecurity strekt zich uit tot de onderwijsinstellingen in China, waarvan beweerd wordt dat zij enkele van de beste hackers trainen. Dit verhoogt de urgentie voor Europese instellingen om hun beveiliging te versterken, vooral in sectoren die essentiële diensten leveren zoals ziekenhuizen. “Als je essentiële diensten levert aan de samenleving, dan moet je meer doen aan het beveiligen van je infrastructuur,” aldus Groothuis.

Lees ook  Europa: Chinese dominantie dwingt Duitse autofabrikanten tot samenwerking
(Tekst loopt door onder de foto)
Bart Groothuis
Foto: © Pitane Blue - Bart Groothuis (VVD)

In een breder kader stelde de Europese Commissie vorige maand de Net Zero Industry Act (NZIA) voor, als onderdeel van het Green Deal Industrial Plan. Deze wetgeving is ontworpen om de Europese industrie te positioneren voor de groene en digitale transities. De NZIA richt zich specifiek op het versnellen van vergunningsprocedures voor bedrijven die willen investeren in technologieën die bijdragen aan een nettonulemissie. Dit proces, vaak gezien als een bottleneck voor snelle industriële ontwikkeling, wordt gestroomlijnd om innovatie te versnellen zonder de strikte milieu- en veiligheidsnormen van de EU te compromitteren.

eigen industrie

Met speciale aandacht voor brandstof, elektrificatie en batterijtechnologieën benadrukte Groothuis het belang van het terugwinnen van industriële capaciteiten binnen Europa en het vermindering van afhankelijkheid van niet-Europese technologieën. “We moeten die industrie weer terughalen en dat weer zelf gaan doen,” verklaarde hij, verwijzend naar een Europa dat zelfvoorzienend is en sneller vergunningen verleent.

De kwestie van de aanbestedingen toont de complexiteit van dit proces binnen de EU, waarbij overheden vaak worstelen met de strikte Europese regels en procedures. Dit is een onderdeel van het bredere debat over hoe Europa zijn technologische soevereiniteit kan versterken zonder de efficiëntie van zijn markten te ondermijnen.

APP
Gerelateerde artikelen:
Lees ook  Chinese subsidies zorgen voor verdeeldheid binnen EU: heffingen dreigen
CDTONLIN