Print Friendly, PDF & Email
Pitane Image

De noodzaak om verder te kijken dan bezuinigingen en het belang van het luisteren naar de praktijkervaringen.

Roelof Veenbaas, een autoriteit op het gebied van rolstoelonderzoek en mobiliteitsadvies, heeft het één en ander te zeggen over het huidige beleid in het doelgroepenvervoer. En hij zou het moeten weten, na jarenlang werk in de veiligheid van rolstoelvervoer bij organisaties als TNO Wegtransportmiddelen en Stichting Vast = Beter. Veenbaas zijn kritiek sluit aan bij de dringende oproep die de Koninklijke Nederlandse Vervoer (KNV) Zorgvervoer en Taxi deed aan de Nederlandse colleges van Burgemeesters en Wethouders. Voorzitter Bertho Eckhardt benadrukte de onhoudbare situatie waarin zorgvervoerders en hun personeel momenteel opereren, met name als het gaat om het leerlingenvervoer voor het schooljaar 2023-2024.

Een kernprobleem is het schrijnende tekort aan chauffeurs, een kwestie die volgens Veenbaas systematisch wordt onderschat bij aanbestedingen. Deze blinde vlek is niet alleen zorgwekkend voor de vervoerders maar ook voor ouders, die meestal in het duister tasten over de zogenaamde ‘geheime’ kwaliteitsafspraken in de gegunde aanbesteding.

Veenbaas roept op tot een eerlijke en transparante dialoog die zich richt op de realiteit en niet op de besparingsmogelijkheden. “De wereld is veranderd; er zijn meer scheidingen, de behoeften zijn gevarieerder en complexer geworden. Wanneer gaan we die complexiteit erkennen en integreren in onze planning en beleid?” Hij maakt duidelijk dat de nadruk moet liggen op het vermijden van ‘leerschade’ voor de kinderen, in plaats van kostenefficiëntie.

"Het is tijd dat we erkennen dat doelgroepenvervoer niet zomaar een kwestie is van A naar B rijden. Het gaat om kinderen met specifieke behoeften, het gaat om hun veiligheid en hun toekomst. En het gaat zeker ook om de mensen die deze essentiële dienst verlenen: de chauffeurs."

Het feit dat chauffeurs vaak de schuld krijgen van problemen in het vervoer is een andere pijnlijke waarheid die Veenbaas aanstipt. “Deze chauffeurs zijn wel verantwoordelijk tijdens de rit, maar hebben geen invloed op de stress die veroorzaakt wordt door de ritplanning. Als er iets misgaat, moet je dat niet op het bordje van de chauffeur schuiven.”

(Tekst loopt door onder de foto)
Foto: Pitane Blue - doelgroepenvervoer Leiden

Terwijl het debat over de huidige problemen in het leerlingenvervoer woedt, plaatst Veenbaas nog een ander kritisch element in de schijnwerpers: de kwaliteit van het vervoer zelf. Hij benadrukt het belang van het bouwen van vertrouwen en de erkenning van de rol van de doelgroepenchauffeur als een vak op zich. "Het wordt hoog tijd dat we het kwaliteitsbegrip voorzien van echte inhoud," zegt hij. Hierbij kaart hij ook de dagelijkse variabiliteit in het vervoer aan, een realiteit die vaak wordt genegeerd bij het opstellen van beleid en bij aanbestedingen.

Een gemiste kans, vindt Veenbaas, is het gebrek aan gesprekken met bedrijven die uit de sector zijn gestapt omdat ze de kwaliteit niet konden leveren voor de prijs die via de aanbesteding was vastgesteld. Eveneens wordt er onvoldoende geluisterd naar de ervaringen van chauffeurs en onderwijsinstellingen die met succes hebben bijgedragen aan goed functionerend vervoer. Het probleem is, aldus Veenbaas, een diepgewortelde angstcultuur die elke fundamentele verandering in de weg staat.

Lees ook  KNV: Mobiliteitsvernieuwers slaan handen ineen voor groene toekomst

Veenbaas pleit niet voor een complete omverwerping van het systeem maar voor een meer genuanceerde benadering, die recht doet aan de complexiteit van het doelgroepenvervoer. “De roep om meer efficiëntie en bezuiniging moet niet ten koste gaan van de kwaliteit en veiligheid,” aldus Veenbaas. “Wat we nodig hebben, zijn duurzame oplossingen die het systeem niet alleen efficiënter maar ook menselijker maken.”

oplossing

Als we iets kunnen leren van de ervaring en expertise van mensen als Roelof Veenbaas, dan is het dat er geen snelle oplossingen zijn voor ingewikkelde problemen. Het zal een gecoördineerde inspanning vergen van alle belanghebbenden om een daadwerkelijke verandering te bewerkstelligen. Wat duidelijk is, is dat de eerste stap het erkennen van de problemen is, en de tweede stap het serieus nemen van de mensen die dagelijks met deze problemen te maken hebben.

De noodklok is geluid, niet alleen door de KNV maar ook door mensen als Roelof Veenbaas, die met een schat aan ervaring en expertise de vinger op de zere plek leggen. Wat we nodig hebben, is een grondige heroverweging van het systeem, met een focus op de menselijke aspecten van vervoer – van de kinderen die afhankelijk zijn van deze dienst tot de chauffeurs die het wiel in handen hebben.

(Tekst loopt door onder de foto)

In het verleden heeft Roelof als onderzoeker bij TNO in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat ook belangrijk onderzoek gedaan naar de veiligheid van het rolstoelvervoer. Dit onderzoek kreeg landelijke aandacht en leidde tot een uitzending van het consumentenprogramma Radar.

Roelof Veenbaas is een man met diepgaande expertise en persoonlijke ervaring op het gebied van rolstoelvervoer. Als wetenschappelijk medewerker heeft hij zich jarenlang toegewijd aan het ontwerp en veiligheidsanalyses van rolstoelen. Dit heeft geleid tot medeoprichting van de Stichting Vast = Beter in 2004, een organisatie die zich inspant voor het verbeteren van de veiligheid van vervoer voor mensen met een handicap. Via opleiding en voorlichting op de werkvloer heeft hij tot oktober 2014 een bijdrage geleverd aan de doelen van deze stichting.

Lees ook  Zorgen: de toekomst van leerlingenvervoer in Rotterdam

Maar Veenbaas is niet alleen een expert in theorie; hij heeft ook persoonlijke ervaring. Zijn partner zorgde al voor hun pleegkind Arjen, met zeer ernstige meervoudige beperkingen (zEMB), toen hij haar in 1985 ontmoette. Arjen, die in 2018 op 45-jarige leeftijd overleed, heeft Veenbaas veel geleerd over de nuances en uitdagingen van het leven met een handicap.

Deze combinatie van professionele en persoonlijke ervaring heeft Veenbaas een uniek perspectief gegeven, maar het was niet zonder zijn moeilijke momenten. In 2014 besloot hij te stoppen met zijn werk rondom de veiligheid van het rolstoelvervoer omdat hij zich steeds minder op zijn gemak voelde tijdens overleggen over aanpassingen aan de ‘oude’ Code VVR. Als onafhankelijk onderzoeker en ervaringsdeskundige ouder vond hij het lastig om zijn stem te laten horen in een landschap waar deelbelangen vaak zwaarder wogen dan het totaalbeeld en empathie voor de ander.

Veenbaas stelt dat, hoewel de juridische zoektocht naar een ‘schuldige’ bij (bijna) ongevallen begrijpelijk is, dit niet bijdraagt aan een echte oplossing voor veiligheidsproblemen. In plaats daarvan pleit hij voor een open analyse van de oorzaken bij meldingen van (bijna) ongevallen, zodat alle betrokken partijen hiervan kunnen leren. In zijn ogen is dat een veel effectievere benadering dan het cultiveren van een claimcultuur.

Gerelateerde artikelen:
regie