Politiek

Landelijk

  • Daadkracht: samenwerking en financiering essentieel voor toekomstig transport

    De Mobiliteitsalliantie, de VNG en het IPO doen een dringend beroep op de beoogde coalitie om mobiliteit onlosmakelijk onderdeel te maken van nieuw beleid.

    In het huidige politieke klimaat, met een nieuw kabinet in aantocht, wordt de druk om substantiële en duurzame investeringen in de mobiliteitssector te bewerkstelligen steeds groter. Nederland staat voor aanzienlijke uitdagingen op het gebied van woningbouw, verduurzaming en leefbaarheid, waarbij mobiliteit een cruciale rol speelt. Dit thema, aangeduid als de ‘levensader van onze samenleving’, vereist volgens de Mobiliteitsalliantie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) structurele investeringen om Nederland bereikbaar, betaalbaar en leefbaar te houden.

    Marga de Jager, voorzitter van de ANWB en tevens voorzitter van de Mobiliteitsalliantie, benadrukt het belang van mobiliteit niet als doel op zich, maar als essentiële voorwaarde voor maatschappelijke participatie. “Bereikbaarheid én betaalbaarheid zijn cruciaal”, stelt zij, wijzend op het belang van een infrastructuur die zowel autowegen als fiets- en wandelpaden, waterwegen, en een fijnmazig openbaar vervoernetwerk omvat.

    mobiliteitsbeleid

    De noodzaak voor actie is duidelijk. De samenwerkende partijen signaleren dat Nederland dichtslibt zonder een krachtig mobiliteitsbeleid van het komende kabinet. Er is een jaarlijkse behoefte aan 2 à 3 miljard euro extra alleen al voor beheer en onderhoud, afgezien van de noodzakelijke investeringen in uitbreiding en vernieuwing van de infrastructuur. Gedeputeerde Harry van der Maas van het IPO verwoordt het zo: “Dat kan voorkomen worden door slimmer om te gaan met wat er al is, in combinatie met meer geld.”

    Ook de politiek moet blijven letten op de betaalbaarheid van zowel het reizen met het openbaar vervoer als de auto. Marga de Jager voegt hieraan toe dat het belangrijk is dat de formerende partijen niet alleen vooruitkijken, maar ook rekening houden met eerder gemaakte afspraken en lopende of reeds geplande projecten. “Haperend beheer en onderhoud aan bijvoorbeeld rijkswegen leidt tot extra druk op provinciale en lokale wegen,” aldus de Jager.

    Foto: Jan van Burgsteden

    “Het is voor onze inwoners van belang dat er betaalbare en gelijkwaardige alternatieven voor de auto beschikbaar zijn, zoals goed openbaar vervoer in elke regio.”

    Jan van Burgsteden, wethouder van gemeente Meierijstad en VNG-commissielid

    De wethouder benadrukt het belang van bereikbaarheid op regionaal niveau. Dit is vooral belangrijk voor de toegankelijkheid van essentiële diensten zoals ziekenhuizen en nieuwe woonwijken, ook voor mensen die geen auto bezitten. De Mobiliteitsalliantie, bestaande uit diverse toonaangevende organisaties zoals ANWB, Arriva, BOVAG, en vele anderen, biedt een breed draagvlak voor deze kwesties. Ondanks de verschillen binnen de achterban van deze organisaties, is er een gemeenschappelijk streven naar een toegankelijke, betaalbare en duurzame mobiliteit die zowel de samenleving als de economie ondersteunt.

    De Mobiliteitsalliantie, een krachtig samenwerkingsverband binnen de Nederlandse mobiliteitssector, vertegenwoordigt een opmerkelijk spectrum aan organisaties, van belangenverenigingen tot grote spelers in het openbaar vervoer en wegenbouw. Dit collectief streeft naar belangrijke verbeteringen en innovaties die de bereikbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid van vervoer in Nederland zullen bevorderen.

    De alliantie telt enkele van de meest invloedrijke en herkenbare namen in de mobiliteitssector. Onder hen bevindt zich de ANWB, die naast haar rol in hulpverlening aan weggebruikers ook toeristische diensten aanbiedt. Arriva en Nederlandse Spoorwegen (NS) zijn prominente leden die respectievelijk bus- en treinvervoer verzorgen, cruciaal voor het dagelijks functioneren van het openbaar vervoer in Nederland.

    Bedrijven zoals Bouwend Nederland en MKB Infra vertegenwoordigen de bouw- en infrastructuursector, en spelen een essentiële rol in de ontwikkeling van de fysieke mobiliteitsinfrastructuur. Daarnaast speelt de RAI Vereniging een belangrijke rol als vertegenwoordiger van de rijwiel- en automobielindustrie, wat wijst op de breedte van de alliantie die zowel fietsen als auto’s omvat.

    De belangen van specifieke gebruikersgroepen worden niet over het hoofd gezien. De Fietsersbond maakt zich sterk voor de belangen van fietsers, terwijl de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) en Vereniging Zakelijke Rijders belangen van zakelijke automobilisten en leasebedrijven behartigen.

    Wat betreft openbaar vervoer is de alliantie rijk vertegenwoordigd met bedrijven zoals GVB, HTM, Keolis, Qbuzz, RET en Transdev die diensten verzorgen in verschillende stedelijke gebieden van Nederland, zoals Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en daarbuiten. OV NL bundelt al deze bedrijven onder een gemeenschappelijke noemer, wat zorgt voor een gestroomlijnde communicatie en beleidsontwikkeling binnen de sector.

    De internationale luchthaven Schiphol is ook een lid van de alliantie, wat de luchtvaartsector verbindt met de bredere doelen van mobiliteitsinnovatie en -ontwikkeling in Nederland. Schiphol speelt een cruciale rol in het faciliteren van zowel nationale als internationale verbindingen.

Regionaal

  • Duurzaam: de bakfiets verovert de stad al remmen lokale regels de groei

    De bakfiets, vaak gezien als een symbool van duurzame stadslogistiek, biedt tal van voordelen.

    Steeds meer bedrijven en zelfstandigen in grote steden wisselen hun traditionele bestelwagens in voor bakfietsen. Deze verschuiving wordt voornamelijk gedreven door de toenemende mobiliteitsproblemen en parkeerdruk in stedelijke gebieden. Ondernemers kiezen niet alleen voor bakfietsen vanwege praktische redenen, maar ook uit ecologische overwegingen, waarbij een significante afname van de CO2-uitstoot een belangrijke motivator is.

    Voor kleine zelfstandigen zoals loodgieters en klusjesmannen biedt de bakfiets een efficiënte oplossing om snel en flexibel in de stad te navigeren. Ook de sector van pakket- en maaltijdbezorgingen heeft de voordelen ontdekt. Een elektrische bakfiets kan bijvoorbeeld gemakkelijker een parkeerplek vinden dan een auto en is in het stadsverkeer vaak sneller.

    Ondanks deze voordelen, zijn er ook uitdagingen. De afmetingen van de bakfiets, hoewel compacter dan die van bestelwagens, vereisen nog steeds aanzienlijke ruimte op de vaak smalle stedelijke trottoirs. Dit kan leiden tot obstructies die niet alleen onpraktisch zijn, maar ook het imago van het betreffende bedrijf kunnen schaden.

    De stedelijke infrastructuur loopt soms achter bij deze trend. Hoewel de bakfiets vele voordelen biedt, zoals altijd dichtbij parkeren en geen brandstofkosten, is het soms een puzzel om een geschikte parkeerplek te vinden zonder voetgangers te hinderen.

    Cargoroo
    Foto: © Pitane Blue – Cargoroo

    Toch blijft de uitdaging bestaan om de stedelijke infrastructuur aan te passen aan nieuwe vormen van vervoer en om te zorgen voor een gelijk speelveld in de concurrentiestrijd tussen aanbieders van deze innovatieve diensten.

    Een ander interessant aspect van de opkomst van de bakfiets is de toename van deelbakfietsen, zoals die van Cargoroo. Deze diensten bieden bewoners de mogelijkheid om op een flexibele en duurzame manier gebruik te maken van bakfietsen zonder zelf eigenaar te hoeven zijn. Echter, de weg naar acceptatie en integratie in stadsdelen is niet altijd vanzelfsprekend. 

    kwestie

    In een kwestie van de vergunningverlening voor deelbakfietsen heeft de voorzieningenrechter een delicate balans te vinden tussen de belangen van de betrokken partijen. De kern van het conflict betreft de afwijzing van een vergunningaanvraag door een bedrijf, dat in deze context wordt aangeduid als verzoekster, tegenover de belangen van de gemeente, hier verweerder genoemd, en een concurrerend bedrijf, Baqme.

    De rechter benadrukte dat de schorsing van de weigering om een vergunning te verlenen niet automatisch inhoudt dat de vergunning alsnog aan verzoekster zou worden uitgereikt. Dit is een belangrijk juridisch nuance, omdat het simpelweg opschorten van een negatieve beslissing niet direct leidt tot een positieve uitkomst voor de aanvrager.

    Verzoekster heeft haar verzoek om voorlopige voorzieningen vooral gemotiveerd met het argument dat dit nodig is om investeerders een ‘sprankje hoop’ te bieden. Zij claimt dat de besluiten van de gemeente haar binnen twee maanden in financiële problemen kunnen brengen, wat een ernstige impact zou hebben op de bedrijfsvoering. Echter, de voorzieningenrechter vond dat deze beweringen niet voldoende onderbouwd waren, met name omdat verzoekster ervoor koos geen bedrijfsgevoelige informatie te delen die haar financiële situatie kon staven.

    Deze beslissing van de voorzieningenrechter illustreert de complexiteit van juridische besluitvorming in situaties waarbij de belangen van meerdere partijen op het spel staan. De rechter wees erop dat de huidige vergunning van verzoekster nog geldig is tot 15 juni 2024, en dat het bedrijf redelijkerwijs had kunnen en moeten anticiperen op de mogelijkheid dat ze niet automatisch een nieuwe vergunning zou krijgen. Dit suggereert een verwachting van proactief risicobeheer van bedrijven in hun bedrijfsstrategieën.

    Verder oordeelde de rechter dat de naleving van de Nadere regels en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) door de gemeente een zwaarwegend belang is, dat dient ter bescherming van de rechtszekerheid. Dit belang wordt nog versterkt door de betrokkenheid van een derde partij, in dit geval Baqme, wiens rechten en belangen ook gewaarborgd moeten worden.